HC Britse rijk (2)

Lesvolgorde
Herhaling
Uitleg paragraaf 1
Vragen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lesvolgorde
Herhaling
Uitleg paragraaf 1
Vragen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt sociale en economische eigenschappen noemen van vestiging en plantage koloniën.
Je kunt verklaren waarom de plantagekoloniën, zoals Barbados en Jamaica winstgevender waren voor de Britten dan de plantagekoloniën in Noord Amerika.
Je kunt de driehoekshandel van de Britse African Company beschrijven en verklaren.

Slide 2 - Diapositive

Noem twee motieven die de Britten hadden voor kolonisatie.

Slide 3 - Question ouverte

Noem nog twee andere dingen die je de vorige les hebt geleerd

Slide 4 - Question ouverte

Plantage-koloniën

Slide 5 - Diapositive

Plantage koloniën
  • Tabak, koffie, thee, indigo, suiker, katoen.
  • Slavenarbeid
  •  Royal African Company (slaven vervoeren naar Amerika)
  • Trans-Atlantische slavenhandel

Slide 6 - Diapositive

Vijandige stamleden verhandelen (bron 13) aan Europese slavenhandelaren.

Slide 7 - Diapositive

Ook goud en zilver uit Amerika voor munten te maken voor de groei van de Engelse economie

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Plantage-koloniën




In het zuiden van de VS en Britse koloniën in de Caraïben.
(Warmere gedeelten waar de plantageproducten goed verbouwd konden worden). 

Slide 11 - Diapositive

Uitbreiding Britse koloniën
  • Barbados, Jamaica
  • Intensieve suikerteelt
  • Slavenarbeid (oogsten en vermalen suikerriet
  • Grootste suikerproducent (meer winstgevend dan zuidelijke koloniën Noord-Amerika)
  • Last van uitputting en bodemerosie, maar toch zeer winstgevend.
  • Motief vestiging kolonisten: Snel geld verdienen, fortuin naar Engeland.
  • Succes gebaseerd op slavenarbeid

Slide 12 - Diapositive

Vestigingskoloniën in het noorden
  • Landbouw voor eigen consumptie.
  • Bodem/klimaat niet geschikt voor plantages.
  • Economische nadruk op handel en nijverheid.
  • Hout voor zeilschepen en export.
  • Vis verhandelen
  • Wel slaven, maar relatief gering aantal

Slide 13 - Diapositive

Noem een verschil tussen een vestiging en een plantage kolonie.

Slide 14 - Question ouverte

Waarom waren de plantagekoloniën succesvoller dan de vestigingskoloniën?

Slide 15 - Question ouverte

Waarom waren de zuidelijke staten van de VS niet bereid om later de slavernij af te schaffen?

Slide 16 - Question ouverte

Noem drie dingen die je geleerd hebt tijdens deze les.

Slide 17 - Carte mentale