1V - Chapitre 3 - H

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Aujourd'hui

Vocabulaire F

Répéter phrases-clés G

Grammaire: bezittelijk vnw

- Faire: H (ex. 30 - 33)

Les buts: 

- je kunt het vertellen over school

- je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Aujourd'hui

Vocabulaire F

Répéter phrases-clés G

Grammaire: bezittelijk vnw

- Faire: H (ex. 30 - 33)

Les buts: 

- je kunt het vertellen over school

- je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Vocabulaire F

Interview

1. Comment tu t'appelles?
2. Tu habites où?
3. Tu as quel âge?
4. Tu es en quelle classe?
5. Tu as quelles matières le jeudi?
6.  Quelle est ta matière préférée?
7. Qui est ton prof de maths?
8. Il / Elle est sévère?

Het bezittelijk voornaamwoord

Bezittelijk voornaamwoord

- Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is

- De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord dat volgt

   (mannelijk, vrouwelijk, meervoud)

Bezittelijk voornaamwoord

	mannelijk	vrouwelijk	meervoud
mijn	mon	ma	mes
jouw	ton	ta	tes
zijn / haar	son	sa	ses
ons / onze	notre	notre	nos
uw / jullie	votre	votre	vos
hun	leur	leur	leurs

Bezittelijk voornaamwoord

Attention! 

Bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord dat begint met een klinker / h gebruik je het mannelijk bezittelijk voornaamwoord

(mijn) soeur

1. mon
2. ma
3. mes

(haar) père

1. son
2. sa
3. ses

(jouw) parents

1. ton
2. ta
3. tes

(zijn) mère

(onze) livres

(hun) frère

(haar) agenda

Au travail!

Fais exercice 30 - 33