9. 29 jan: argumentatieschema (H21)

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4d

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Communiceren doe je samen 2
Welkom vwo4d

Op tafel:
Map/schrift, pen, oefenboek

  • Jas uit en over je stoel.
  • Telefoon in je tas.
  • Tas op de grond.

Slide 1 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
  • Mededeling
  • Startopdracht
  • Huiswerk bespreken
  • Les 21: argumentatieschema/label

Vandaag woensdag 29 januari:

Slide 2 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Mededeling

Hoe ver ben je met lezen? 

Zorg ervoor dat je over twee weken (12 feb) ongeveer op de helft van je boek bent. 

Slide 3 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Startopdracht


  • Teken een argumentatiestructuur uit waarin een onderschikkende, nevenschikkende afhankelijke en nevenschikkende onafhankelijke argumentatie in zitten bij het standpunt: 
  • Het eerste uur op school zou om 11.00 uur moeten beginnen. 

timer
3:00

Slide 4 - Diapositive

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
  • paradox
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
  • retorische vraag
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
  • hyperbool
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
  • paradox
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
  • repetitio
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
  • drieslag
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!
  • repetitio 

Huiswerk bespreken

Slide 5 - Diapositive

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

8. De enige constante is verandering.
9. We hebben gewerkt, gestreden en uiteindelijk gewonnen.
10. Wat zou jij doen als je alles had wat je wilde?
11. Ik heb je al honderd keer gezegd dat je dat moet doen!
12. Ik wil je nu, ik wil je altijd!
13. Deze tas weegt tonnen!
14. Ze is mooi, slim en charmant.


timer
6:00
Kies uit: 
  • paradox
  • retorische vraag

  • hyperbool
  • repetitio
  • drieslag
Schrijf de antwoorden in je schrift.

Slide 6 - Diapositive

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

8. De enige constante is verandering
  • paradox
9. We hebben gewerkt, gestreden en uiteindelijk gewonnen.
  • drieslag
10. Wat zou jij doen als je alles had wat je wilde?
  • retorische vraag
11. Ik heb je al honderd keer gezegd dat je dat moet doen!
  • hyperbool
12. Ik wil je nu, ik wil je altijd!
  • repetitio
13. Deze tas weegt tonnen!
  • hyperbool
14. Ze is mooi, slim en charmant.
  • drieslag

Antwoorden bespreken

Slide 7 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je leert drie soorten argumentatieschema's onderscheiden. 
  2.  Je leert hoe je bij elk schema de juiste kritische vragen kunt stellen.


Slide 8 - Diapositive

H. 21 argumentatieschema's

Wat is een arugmentatiestructuur?
Wat is een argumentatieschema?
  • Het verband tussen het argument en het standpunt.

Maak aantekeningen!

Slide 9 - Diapositive

Argumentatieschema:
Een argumentatieschema geeft het verband aan tussen standpunt en argument.
3 schema's: Let op: geen blokkenschema!
 
1. Kenmerken
  • kenmerken
  • voorbeelden
  • voor- en nadelen
Kritische vraag: 
  • Is het wel kenmerkend?

Slide 10 - Diapositive

Argumentatieschema:
Een argumentatieschema geeft het verband aan tussen standpunt en argument.
3 schema's: Let op: geen blokkenschema!
 
2. Vergelijking
  • vergelijking 

Kritische vraag:
  • Zijn er ook verschillen? Zijn die groter dan de overeenkomsten? 

Slide 11 - Diapositive

Argumentatieschema:
Een argumentatieschema geeft het verband aan tussen standpunt en argument.
3 schema's: Let op: geen blokkenschema!
 
3.  Causaliteit 
  • oorzaak en gevolg
  • doel-middelrelatie

Kritische vraag: 
  • Leidt de oorzaak wel tot het gevolg?
  • Is er geen andere manier om het gevolg te bereiken?

Slide 12 - Diapositive

Je kan beter een elektrische auto kopen, die zijn milieuvriendelijker. 
1. Wat is het standpunt en wat is het argument?
2. Welk argumentatieschema herken je?
3. Welke kritische vraag hoort bij dat schema?
4. Wat is het antwoord op de vraag?
timer
6:00

Slide 13 - Diapositive

Je kan beter een elektrische auto kopen, die zijn milieuvriendelijker. 
1. Wat is het standpunt en wat is het argument?
  • Je kan beter een elektrische auto kopen [standpunt], die zijn milieuvriendelijker [argument].
2. Welk argumentatieschema herken je?
  • Kenmerk
3. Welke twee kritische vragen kun je bedenken? 
  • Is het wel zo dat een elektrische auto milieuvriendelijker is? 
4. Wat is het antwoord op de vraag?
  • Deze vraag kun je beantwoorden door het uit te zoeken of door al veel kennis over het onderwerp te hebben. 

Slide 14 - Diapositive

Als je geen zonnebrand gebruikt, loop je het risico op huidkanker. 
1. Wat is het standpunt en wat is het argument?
2. Welk argumentatieschema herken je?
3. Welke kritische vraag hoort bij dat schema?
4. Wat is het antwoord op de vraag?
timer
6:00

Slide 15 - Diapositive

Als je geen zonnebrand gebruikt, loop je het risico op huidkanker. 
1. Wat is het standpunt en wat is het argument?
  • Zonnebrand voorkomt huidkanker [standpunt], gebruik daarom zonnebrand [argument] 
2. Welk argumentatieschema herken je?
  • oorzaak-gevolg (causaliteit)
3. Welke twee kritische vragen kun je bedenken? 
  • Leidt de oorzaak (zonnebrand) wel tot het gevolg (geen kanker)?
  • Is er geen andere manier om het gevolg te bereiken? Bijv. gezond eten? Of uit te zon blijven? 
4. Wat is het antwoord op de vraag?
  • Deze vraag kun je beantwoorden door het uit te zoeken of door al veel kennis over het onderwerp te hebben

Slide 16 - Diapositive

Communiceren doe je samen 2
Ga aan de slag met opdracht 1 t/m 4.

Schrijf de antwoorden in je schrift. 

Slide 17 - Diapositive

Begrippen uit deze les

Slide 18 - Diapositive