signaalwoorden B2A

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Welkom

Ga rustig zitten.

Pak je spullen.

Zorg dat je telefoon uit is en dat hij in je tas zit.

Wacht rustig tot de les begint.

De gemeente Tiel zet daarom in op centrale huisvesting. Het idee van het toetsingskader is dat er per zes te realiseren slaapplaatsen een verpande woning aan de markt wordt teruggegeven. Bedrijventerreinen zijn niet langer uitgesloten als tijdelijke locatie voor huisvesting, maar dit heeft niet de voorkeur, legde Annemarieke Sandee uit. Belangrijk is dat er wordt gekeken naar mogelijke nadelige effecten voor de bewoners en de bedrijvigheid. “We hanteren het principe van ‘nee-tenzij’ als het gaat om huisvesting op bedrijventerreinen”, zei ze hierover. 

Wat gaan we doen?

M&M Globalisering

Doelen

Aan het eind van de les kun je voorbeelden geven van globalisering

Wat gaan we doen?

1. Herhalen.

2. Uitleg.

3. Aan de slag.

4. Controle lesdoelen.

Hoe ga je dit doen?

Voor het lezen

Een onderzoekje:

Maak tweetallen.

Neem pen en papier mee.

1 persoon stelt de vraag, de ander schrijft het antwoord op.

Stel de volgende vraag aan docenten, toezichthouders, leerlingebegeleiders (kies er minimaal 2):

“Kunt u 3 dingen noemen die de afgelopen 50 jaar zijn veranderd (op het gebied van technologie)?”

Na 10 minuten komen de lln weer naar het lokaal. Via mentimeter.com de antwoorden bespreken.

Hoe ga je dit doen?

Tijdens het lezen

Tekst: De wereld krimpt.

Duo-lezen en samen een graphic organizer maken. Hieronder staan voorbeelden van graphic organizers. Deze hoef je niet te gebruiken.

- Welke 3 ‘dingen’ verplaatsen zich sneller over de wereld + hoe komt dit (oorzaak).

- Het vervoer is de afgelopen jaren sneller geworden (haal de voorbeelden uit de tekst en uit het schema bij de tekst).

Hoe ga je dit doen?

Na het lezen

Bekijk de videoclip van Katy Perry, Chained to the Rhythm.

https://www.youtube.com/watch?v=Um7pMggPnug

Schrijf minimaal 3 dingen op die met globalisering te maken hebben.

Lesdoelen

Lesstof: Par  --

Opdr. --

Leerdoel:

Ik ben in staat om 3 tekstverbanden te noemen.

Ik ben in staat om bij ieder tekstverband minimaal 3 signaalwoorden te noemen.

Ik ben in staat om tekstverbanden en signaalwoorden te herkennen in teksten.

Klaar? 

--

Verdieping

--

Ik weet al veel over signaalwoorden en verbanden

😒🙁😐🙂😃

Signaalwoorden

Het woord SIGNAAL betekent net zoiets als:

* Teken

* Seintje 

* Alarm

* Let op

en, maar, toen, want, tenzij, zo, ten slotte

Met deze woorden leg je verbanden tussen zinnen en alinea’s. Ze geven de lezer een ‘signaal’ (een teken). Signaalwoorden helpen de lezer dus door signalen te geven over hoe hij de tekst moet lezen.

Placemat werkvorm

1. Elke leerling denkt na en noteert in zijn eigen vak de antwoorden.
2. Overleg in groep.
   
3. Noteer het groepsantwoord in het midden.
4. Eén leerling geeft het groepsantwoord.

Geef antwoord op de vragen:

1. Schrijf 3 tekstverbanden op.

2. Schrijf per tekstverband minimaal 3 signaalwoorden op.

3. Maak met elk tekstverband 2 zinnen. Gebruik hiervoor verschillende signaalwoorden.

Overleg

Overleg in groep.

Noteer het groepsantwoord (de regels) in het

midden.

Klassikaal bespreken

Met de hele klas de tekstverbanden en signaalwoorden bespreken.

Nog even oefenen

We gaan zo eten ..... ik heb eigenlijk nog geen trek

1. dus
2. en
3. maar
4. omdat

Ik wil op tijd zijn...... ik stap nu snel op de fiets

1. en
2. dus
3. omdat
4. want

..... het zo lang mooi weer is geweest, hangen er in december nog blaadjes aan de bomen

1. doordat
2. want
3. en
4. omdat

Mijn jas is nat geworden, ...... het heel hard regende

1. waardoor
2. omdat
3. en
4. dus

Ik heb het erg druk gehad vandaag, .... ik ga op tijd naar bed

1. want
2. omdat
3. vanwege
4. kortom

welk signaal ? 

Je kan aan het signaalwoord zelf (vaak) al zien, welk signaal er wordt gegeven. Namelijk een : opsomming, voorbeeld, volgorde van tijd

ten eerste, ten tweede, ten slotte

1. conclusie
2. opsomming
3. reden
4. oorzaak-gevolg

bijvoorbeeld

1. conclusie
2. voorbeeld
3. oorzaak-gevolg
4. opsomming

vroeger

1. tijdaangevend
2. opsomming
3. conclusie
4. oorzaak-gevolg

aan de slag

Jullie krijgen een verhaal + een spiekbriefje met hierop de signaalwoorden. 
Bestudeer eerst de signaalwoorden in stilte (ongeveer 4 min).

De docent leest dan de tekst voor en je leest in stilte mee. Ondertussen markeer/onderstreep je de signaalwoorden die je tegenkomt.

Rijke teksten

• Samen lezen.
• In groepjes de tekst lezen. Iedereen neemt een alinea voor zijn rekening.
• Schrijf de signaalwoorden + verbanden op.
• Nabespreken.