H2 Les 1 Lezen Verbanden en signaalwoorden

H2 Lezen
Verbanden en signaalwoorden
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

H2 Lezen
Verbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

Signaalwoorden
Signaalwoorden helpen je om verbanden in een tekst te herkennen. Woorden, zinnen en alinea's hebben met elkaar te maken. Signaalwoorden helpen je om te zien wat ze met elkaar te maken hebben. 

Slide 2 - Diapositive

verband
voorbeelden van signaalwoorden
opsomming of volgorde
eerst, ten eerste – ten tweede – ten slotte, om te beginnen, ook, en, daarna, tevens, vervolgens, bovendien
tegenstelling
maar, echter, toch, hoewel, daarentegen
oorzaak-gevolg

doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is
voorbeeld
zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere
Deze verbanden en signaalwoorden ken je al:

Slide 3 - Diapositive

verband
Voorbeelden van signaalwoorden
vergelijking
net zo als, even … als, in vergelijking met, meer / groter dan
Jolanda verdient minder geld dan ik.
doel-middel

waarmee, zodat, om ... te, door middel van, met behulp van
Om mijn eindexamen te halen, zal ik nog veel moeten oefenen met schrijven.
doel: eindexamen halen
middel: veel oefenen met schrijven
voorwaarde
als ... (dan), indien
Als Jeroen nu vertrekt, komt hij nog net op tijd voor de trein.
Jeroen wil de trein halen. Voorwaarde is: hij moet nu vertrekken.
conclusie
dus, concluderend, dat betekent, kortom
Het is dus een goed idee om huisdieren in een verzorgingshuis te hebben.
Andere tekstverbanden zijn:

Slide 4 - Diapositive

Maak een zin waarin je een signaalwoord voor 'opsomming' gebruikt.

Slide 5 - Question ouverte

Maak een zin waarin je een signaalwoord voor 'tegenstelling' gebruikt.

Slide 6 - Question ouverte

Maak een zin waarin je een signaalwoord voor 'voorbeeld' gebruikt.

Slide 7 - Question ouverte

Maak een zin waarin je een signaalwoord voor 'voorwaarde' gebruikt.

Slide 8 - Question ouverte

Maak een zin waarin je een signaalwoord voor 'conclusie' gebruikt.

Slide 9 - Question ouverte

Aan het werk
Lezen hoofdstuk 2
Verbanden en signaalwoorden
Maken opdracht 1 t/m 5

Slide 10 - Diapositive