Factoren reactiesnelheid
1 / 38
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat is een effectieve botsing?
A
Een botsing van deeltjes waarbij geen reactie plaats vindt.
B
Elke botsing van deeltjes.
C
Een botsing van deeltjes die een reactie laat plaatsvinden.
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Diapositive
Wat is een effectieve botsing?
A
Een botsing van deeltjes waarbij geen reactie plaats vindt.
B
Elke botsing van deeltjes.
C
Een botsing van deeltjes die een reactie laat plaatsvinden.
D
Een botsing van deeltjes waarbij de kern splijt.
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Wat is de eenheid van reactiesnelheid bij scheikunde?
A
Het aantal meter per seconde.
B
Het aantal kilometer per uur.
C
Hoeveelheid mol stof per seconde.
D
Hoeveelheid gram per seconde.
Slide 6 - Quiz
Wat gebeurt er met de concentratie van de reagentie na verloop van tijd in een reactie
A
Stijgt
B
Daalt
Slide 7 - Quiz
Bij het begin van de reactie ( als we de reagentia samenvoegen ) zijn er geen reactieproducten aanwezig
A
Fout
B
Juist
Slide 8 - Quiz
De eenheid van de reactiesnelheid is....
A
mol.s−1
B
mol.L−1
C
mol.L−1.s−1
D
mol.L.s−1
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
De reactiesnelheid is lager bij
A
hogere temperatuur
B
kleinere verdelingsgraad
C
grotere concentratie
D
grotere verdelingsgraad
Slide 12 - Quiz
Als je de temperatuur verlaagt wordt de reactiesnelheid...?
A
groter
B
kleiner
C
blijft gelijk
Slide 13 - Quiz
De reactiesnelheid is lager bij
A
Fijne verdelingsgraad
B
Minder fijne verdelingsgraad
C
Verdelingsgraad is niet van invloed
Slide 14 - Quiz
De reactiesnelheid is hoger bij
A
Hoge concentratie
B
Lage concentratie
Slide 15 - Quiz
Wat doet een katalysator
met de reactiesnelheid?
met de reactiesnelheid?
A
vertraagt
B
versnelt
C
hangt af van de soort katalysator
D
geen invloed
Slide 16 - Quiz
Als je de concentratie verhoogt wordt de reactiesnelheid...?
A
groter
B
kleiner
C
blijft gelijk
Slide 17 - Quiz
Hoe groter de reactiesnelheid ...
A
...hoe langer de reactietijd.
B
...hoe korter de reactietijd.
Slide 18 - Quiz
de reactiesnelheid is
A
tijd nodig voor reactie
B
energie nodig voor reactie
C
orde van reactie
D
concentratieverandering per tijdseenheid
Slide 19 - Quiz
Temperatuur
De reactiesnelheid wordt hoger als:
De reactiesnelheid wordt hoger als:
A
Een stof warm is
B
Een stof koud is
