voorbereiding toetsweek

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

voorbereiding toetsweek 4TA

wo 18 november 2020

11:00 uur - 12:30 uur

lok 1.15

SKO

lijst met examenwoorden 

BLZ 72

Deze woorden komen uit de examenvragen van de afgelopen 5 jaar.

Examenwoorden

In de examenopgaven komen allerlei woorden en begrippen aan de orde. Deze woorden zijn belangrijk om te kennen. Als je de betekenis van deze woorden kent, begrijp je beter wat je moet doen.

Deze kun je oefenen in de "woordtrainer" (digitale boek 1.2)

Voorbeelden

1) Noem de aanleiding van het schrijven van de tekst.

2) Welk argument gebruikt mijnheer de Graaf?

3) Gebruik maximaal 20 woorden.

Met 'de aanleiding' wordt bedoeld:

1. gebeurtenis
2. voorbeeld
3. effect
4. de reden waarom

Een 'argument' is een:

1. reden of verklaring
2. aanleiding
3. gevolg
4. oorzaak

'Maximaal 20' betekent:

1. precies 20
2. niet meer dan 20
3. in ieder geval 20
4. ongeveer 20

signaalwoorden en tekstverband

Hoe zat het ook alweer? 

Bovendien heb ik een neef die tennist.

Om welk verband gaat het?

1. reden
2. tegenstelling
3. opsomming
4. oorzaak- gevolg

Daarom houd ik niet van regen.

Welk verband?

1. opsomming
2. reden
3. conclusie/ samenvatting
4. voorwaarde

Voordat ik ga slapen, blaas ik de kaars uit.
Welk verband?

1. oorzaak-gevolg
2. tijd (chronologie)
3. voorwaarde
4. tegenstelling

Ze gaat op de fiets, tenzij het regent.

1. voorwaarde
2. tegenstelling
3. reden
4. toelichting

Neem nou afgelopen zaterdag....

1. tijd (chronologisch)
2. voorwaarde
3. opsomming
4. toelichting (voorbeeld)

Welk signaalwoord hoort bij een tegenstellend verband?

1. kortom
2. verder
3. toch
4. zoals

Welk signaalwoord hoort bij het verband oorzaak-gevolg?

1. doordat
2. daarnaast
3. dus
4. daarna

oefening reclameadvertentie

Maak vragen over een reclame

2018, 1e tijdvak

2018, 2e tijvak.

Klaar? Ga naar het digitale boek en doe de woordtrainer bij 1.2