Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H1.1. Burgers en stoommachines quiz
wat wordt bedoeld met Industrialisatie?
A
fabrieken nemen de plaats in van landbouw en huisnijverheid.
B
De uitvinding van de stoommachine
C
De aanleg van kanalen en spoorwegen
D
Geld wordt belangrijker dan grondbezit
1 / 22
suivant
Slide 1:
Quiz
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositive de texte
.
La durée de la leçon est:
10 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
wat wordt bedoeld met Industrialisatie?
A
fabrieken nemen de plaats in van landbouw en huisnijverheid.
B
De uitvinding van de stoommachine
C
De aanleg van kanalen en spoorwegen
D
Geld wordt belangrijker dan grondbezit
Slide 1 - Quiz
Wat betekent huisnijverheid
A
mensen werken heel ijverig thuis
B
Mensen nemen spullen mee naar huis om het daar op te knappen en te verkopen
C
De boeren verwerkten hun producten thuis zoals kaas, boter of melk.
D
mensen verwerken grondstoffen thuis tot kleding voor handelaren
Slide 2 - Quiz
Waar begon de industrialisatie?
A
Nederland
B
Groot Brittanie
C
De Verenigde Staten
D
Frankrijk
Slide 3 - Quiz
De opkomst van de industrie in Groot Brittanie. Welke zin hoort bij een oorzaak hiervan?
A
Vanaf 1750 werd de stoommachine ingezet in fabrieken
B
Vanaf 1750 groeide de bevolking. Dit leidt tot nieuwe uitvindingen
C
Kinderarbeid was nog niet verboden
D
Veel mensen trokken naar de steden om werk te zoeken
Slide 4 - Quiz
Wat zijn 2 gevolgen van de industrialisatie (niet economisch)
A
Het landschap veranderde door de aanleg van kanalen en spoorwegen
B
Bij mijnen en fabrieken ontstonden nieuwe steden
C
producten werden goedkoper
D
Boeren gingen werken voor loon op vaste tijden.
Slide 5 - Quiz
beschrijf de werkomstandigheden van de arbeiders. Noem er 3l
Slide 6 - Question ouverte
Beschrijf de woonomstandigheden van de arbeider in 3 punten.
Slide 7 - Question ouverte
Benoem de woon en werkomstandigheden van de gegoede burgerij in
Slide 8 - Question ouverte
Wat is liberalisme?
A
een politieke stroming die opkomt voor zoveel mogelijk vrijheid
B
Een politieke stroming die opkomt voor zoveel mogelijk rechten voor arbeiders
C
Wetten die regelen dat kinderen naar school moeten.
D
Afspraken tussen fabrieksdirecteuren hoe ze het meest konden verdienen
Slide 9 - Quiz
wat is een liberaal?
A
Aanhanger van het socialisme
B
Iemand die rijk is
C
Aanhanger van het liberalisme
D
Iemand die vrij is
Slide 10 - Quiz
Liefdadigheid
vakbonden
socialisme
een politieke stroming die uitbuiting van arbeiders wil stoppen
Mensen helpen zonder dat je er zelf aan wilt verdienen
Verenigingen van arbeiders die de lonen en werkomstandigheden willen verbeteren
Slide 11 - Question de remorquage
Algemeen Kiesrecht
A
Alle rijke mannen mogen stemmen
B
Alle mannen mogen stemmen.
C
Alle mannen en vrouwen mogen stemmen
Slide 12 - Quiz
Sociale wetten
A
Wetten die door de Socialisten zijn ingevoerd
B
Wetten die regelen dat burgers sociaal met elkaar om gaan
C
Wetten die beschermen tegen de gevolgen van ziekte, ouderdom of armoede
Slide 13 - Quiz
Wat houdt socialisme in?
A
- uitbuiting van arbeiders stoppen - een gelijke verdeling van welvaart - algemeen kiesrecht
B
-minder regels dus meer vrijheid - algemeen kiesrecht - gelijke verdeling van welvaart
C
- uitbuiting van arbeiders sttoppen -kiesrecht voor alle mannen - minder regels dus meer vrijdheid
D
Kiesrecht voor alle mannen Minder regels dus meer vrijheid gelijk verdeling van de welvaart
Slide 14 - Quiz
Thorbecke was bedenker van de grondwet van 1848.
Wat zou hij zijn geweest?
A
Liberaal
B
Socialist
Slide 15 - Quiz
Kijk naar de afbeelding
Slide 16 - Diapositive
Door wie werd deze spotprent getekend?
A
Een socialist
B
Een liberaal
C
een feminist
Slide 17 - Quiz
Een beweging die streeft naar gelijke rechten voor vrouwen
A
socialisme
B
parlement
C
feminisme
D
liberalisme
Slide 18 - Quiz
Algemeen kiesrecht
(dus voor vrouwen en mannen)
kwam in:
A
1848
B
1871
C
1917
D
1919
Slide 19 - Quiz
In 1919 kregen vrouwen kiesrecht, maar de ongelijkheid voor de wet bleef
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Welke groep in het parlement voerde het algemeen kiesrecht in?
A
De socialisten
B
De liberalen
Slide 21 - Quiz
1815
1848
1917
1919
Grondwet
Algemeen kiesrecht
Kiesrecht voor alle mannen
Grondwet van Thorbecke
Slide 22 - Question de remorquage
Plus de leçons comme celle-ci
Parlementaire democratie: geschiedenis
Août 2021
- Leçon avec
18 diapositives
par
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Seneca Burgerschap
Parlementaire democratie: geschiedenis
Juillet 2021
- Leçon avec
18 diapositives
par
Seneca Burgerschap
Maatschappijleer
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
Seneca Burgerschap
1.3 Deel 2: Liberalen, conservatieven en confessionelen
Mars 2019
- Leçon avec
24 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
1.4 Socialisten en Feministen
Août 2019
- Leçon avec
23 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 4
de tijd van burgers en stoommachines
Mai 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Oefentoets H3 par 1,2 en 3
Novembre 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 8 Burgers en Stoommachines
Novembre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
2.4
Novembre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2