SCHRIJVEN & FORMULEREN 2 / schrijven van een e-mail

Schrijven & Formuleren 4

Zakelijke e-mail
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Schrijven & Formuleren 4

Zakelijke e-mail

Slide 1 - Diapositive

Vooraf:

  • Elke presentatie in Lessonup hoort bij een stukje lesstof uit NU Nederlands. 
  • Op de laatste slide van de presentatie vind je de bijbehorende opdrachten uit Nu Nederlands. 
  • Die opdrachten maak je in de digitale leeromgeving van Nu Nederlands.

Slide 2 - Diapositive

Deze Lessonup hoort bij:

Onderdeel SCHR3 , paragraaf 3.2

Slide 3 - Diapositive

Wat leer je vandaag?

  • Je leert de indeling van een zakelijke e-mail.
  • Je leert welk taalgebruik je het beste kunt gebruiken bij een zakelijke e-mail

Maar eerst een stukje herhaling uit de vorige les!

Slide 4 - Diapositive

Formeel / informeel taalgebruik.
Noem een woord dat je onthouden hebt uit de vorige les.

Slide 5 - Carte mentale

Wat hoort bij elkaar?
FORMEEL
INFORMEEL
Een e-mail afsluiten met 'groetjes'
Iemand aanspreken met 'geachte'
Het gebruik van emoji's
Iemand aanspreken met 'u'
Respectvol en netjes

Slide 6 - Question de remorquage

Ik vond het fijn dat je me meehielp.
A
Formeel
B
Informeel

Slide 7 - Quiz

Je schrijft een zakelijke e-mail aan Martijn Koenders.

Welke aanhef is dan goed?
A
Geachte Koenders,
B
Geachte Martijn Koenders,
C
Geachte heer Koenders,
D
Geachte Martijn,

Slide 8 - Quiz

Ga nu mijn lokaal uit! = informeel.

Hoe kan ik hetzelfde op een formele manier zeggen?


A
Wil je nu het lokaal verlaten?
B
Wilt u nu mijn lokaal verlaten?

Slide 9 - Quiz

Als je formeel schrijft dan moet je dit kort en bondig doen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

INFORMEEL
(vrienden, familie etc.)

  • Schatje 
  • Lieve 
  • Yo
  • Thnxs 
  • Groetjes 
  • See you!

FORMEEL
(instanties)

  • Geachte 
  • Beste 
  • Gebruik u / uw i.p.v. je of jullie 
  • Dank u wel 
  • Met vriendelijke groet 

Slide 11 - Diapositive

Een zakelijke e-mail schrijven

Slide 12 - Diapositive

Schrijf je bij een zakelijke e-mail formeel of informeel?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 13 - Quiz




Indeling van een e-mail
  1. Aanhef  
  2. Inleiding  
  3. Middenstuk (kern)  
  4. Slot  
  5. Afsluiting 
  • Geachte…… of Beste……. 
  • Wie ben je en waarom schrijf je. 
  • Informatie. Boodschap. Vragen. Verwijzing naar bijlagen. 
  • Verwachting. Bedanken.
  • Met vriendelijke groet,
    Je naam

Slide 14 - Diapositive

Goed voorbeeld!

Slide 15 - Diapositive

Waar moet je nog op letten bij het schrijven van een zakelijke email?
- Hoofdletters, komma's, punten, vraagtekens.
- Spelling van samenstellingen (bv keukenkast, tuintafel).
- Werkwoordspelling.
- Algemene spelling van woorden.

Slide 16 - Diapositive

Nog een voorbeeld!

Slide 17 - Diapositive

Controle voor jezelf:

  • Je weet nu dat je formele taal moet gebruiken bij een zakelijke e-mail?
  • Je weet nu uit welke 5 onderdelen een zakelijke e-mail bestaat?

Slide 18 - Diapositive

Opdracht:

Je hebt morgen een cursus op je werk. Helaas ben je ziek en kun je niet komen.

Schrijf een e-mail aan de docent Teun Janssen die de cursus geeft. Leg uit dat je niet kunt komen en vraag hem of je cursus online kunt volgen.

Houd rekening met de indeling van jouw e-mail!

Maak de opdracht in Word. Klaar? Extra opdracht bij docent.
1. aanhef
2. inleiding
3. middenstuk
4. slot
5. afsluiting
timer
20:00

Slide 19 - Diapositive

Huiswerk:

  • Ga zelfstandig aan de slag met de opdrachten in NU Nederlands:

Onderdeel SCHR3 , paragraaf 3.2
Opdracht 1 - 2 & examenopdracht

Afronden vóór de volgende les.




Slide 20 - Diapositive

Noem 3 dingen die je vandaag geleerd hebt.

Slide 21 - Carte mentale

Waarover wil je graag meer uitleg?

Slide 22 - Carte mentale

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage