Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H6 - Bijwoordelijke bepaling
H6 - Grammatica zinsdelen
Je leert hoe je bijwoordelijke bepalingen in een zin kan vinden.
1 / 25
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
25 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
H6 - Grammatica zinsdelen
Je leert hoe je bijwoordelijke bepalingen in een zin kan vinden.
Slide 1 - Diapositive
Planning van de les
- voorkennis ophalen
- samen oefenen
- instructie bijwoordelijke bepaling
- klassikaal starten met opdracht 1
- starten met verwerken
- korte terugblik
Slide 2 - Diapositive
Wat is waar over de pv?
A
Is altijd een WW
B
Is altijd een ZNW
C
Is nooit een WW
D
Is altijd enkelvoud
Slide 3 - Quiz
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
Alle werkwoorden in een zin
B
Alle leestekens in een zin
C
Alle personen in een zin
D
Leestekens
Slide 4 - Quiz
Welke vraag stel je om achter het onderwerp te komen?
A
Aan wie/ voor wie
B
Wie of wat + pv
C
Wie of wat + wg + ow
Slide 5 - Quiz
Welke vraag stel je om achter het lijdend voorwerp te komen?
A
Aan wie/ voor wie
B
Wie of wat + wg
C
Wat (of wie) + wg + ow
Slide 6 - Quiz
Wat kan je zeggen over een meewerkend voorwerp?
A
een meewerkend voorwerp is een werkwoord
B
er is alleen een meewerkend voorwerp als er ook een lijdend voorwerp in de zin staat
C
een meewerkend voorwerp is een zelfstandig naamwoord
D
meewerkend voorwerp? Geen idee!
Slide 7 - Quiz
Lesdoel
Je kan/weet:
bijwoordelijke bepalingen in een zin vinden.
Slide 8 - Diapositive
Zin ontleden - schrijf op
De spion heeft op school het geheim aan mij verteld.
pv
ow
wg
lv
mv
Wat blijft er over?
timer
2:00
Slide 9 - Diapositive
Zinsdelen benoemen
Persoonsvorm (werkwoord - kan van tijd/getal veranderen)
Onderwerp (wie + pv? of wat + pv?)
Werkwoordelijk gezegde (alle werkwoorden in de zin)
Lijdend voorwerp (wie + alle benoemde zinsdelen? of wat + alle eerder benoemde zinsdelen?)
Meewerkend voorwerp (aan wie + alle benoemde zinsdelen? of voor wie + alle benoemde zinsdelen?)
Bijwoordelijke bepaling (alle overgebleven zinsdelen)
Slide 10 - Diapositive
Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op de vragen:
'waar?', 'wanneer?', 'waardoor?', 'waarom?', 'waarmee?', 'hoe?'.
En ook woorden als;
niet, wel, zeker, mogelijk, gelukkig en helaas zijn een bwb.
Slide 11 - Diapositive
Opdracht 1
Noteer van de zinnen pv, ow, lv, mv en bwb. Elke zin bevat één bijwoordelijke bepaling.
We starten samen :)
Slide 12 - Diapositive
Sommige ouders kopen in de dierenwinkel een huisdier voor hun kind
pv.
ow.
wg.
lv.
mv.
bwb.
Slide 13 - Diapositive
Naast een hond of kat worden gekko's en leguanen aangeschaft.
pv.
ow.
wg.
lv.
mv.
bwb.
Slide 14 - Diapositive
De zorg voor deze diersoorten moet je niet onderschatten.
pv.
ow.
wg.
lv.
mv.
bwb.
Slide 15 - Diapositive
Verwerking
Maak tijdens zwu, flexles Nederlands of thuis:
opdracht 1 en 2 blz. 178+179
Pak je telefoon er weer even bij voor de afronding in LessonUp
Slide 16 - Diapositive
Zijn er nog dingen die je lastig vindt bij grammatica zinsdelen?
Slide 17 - Question ouverte
Zijn er al dingen die je makkelijk vindt bij grammatica zinsdelen?
Slide 18 - Question ouverte
Heb je het lesdoel behaald?
Je kan/weet:
bijwoordelijke bepalingen in een zin vinden.
Slide 19 - Diapositive
Over een maand | ga | ik | op vakantie.
Hoe noem je het zinsdeel 'Over een maand'?
A
Lijdend voorwerp
B
Onderwerp
C
Meewerkend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 20 - Quiz
Wat is de bijwoordelijke bepaling (bwb)?
Vandaag hebben we het meewerkend voorwerp en de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
Vandaag
B
we
C
het meewerkend voorwerp en de bijwoordelijke bepaling
D
hebben behandeld
Slide 21 - Quiz
Wat is de bijwoordelijke bepaling (bwb)?
Ik ga deze lieve kinderen een ballon geven.
A
Ik
B
deze lieve kinderen
C
een ballon
D
geen bijwoordelijke bepaling
Slide 22 - Quiz
Waarom wil mijn oma altijd een zoen hebben?
waarom=
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 23 - Quiz
Ik kan nu de bijwoordelijke bepalingen in zinnen vinden.
A
Ja, dat lukt me prima.
B
Ik vind het nog wel lastig, dus ik moet nog meer oefenen.
C
Nee, ik snap het echt nog niet.
Slide 24 - Quiz
Hoe heb je vandaag gewerkt?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 25 - Sondage
Plus de leçons comme celle-ci
H1F Zinsdelen H6 bwb
Mai 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
18-3 kader fysiek BWB
Septembre 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Grammatica BWB TA1 les 2
Septembre 2021
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
A1B Zinsdelen H6 bwb
Mars 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica BWB TA1 les 1
Septembre 2021
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Zinsdelen MW + Bijw Bep
Mars 2020
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Bijwoordelijke bepaling
Juin 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Zinsdelen H6 bwb
Mai 2021
- Leçon avec
30 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1