Borp economische beleid- IS-lijn tm 3.18

3.4 De IS-lijn
Welke verband geeft de IS-curve?

Kernwoorden:
- reële rente
- investeringen
- sparen
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3.4 De IS-lijn
Welke verband geeft de IS-curve?

Kernwoorden:
- reële rente
- investeringen
- sparen

Slide 1 - Diapositive

De IS-lijn
Het eerste gedeelte van het IS-MB-GA model is de IS-curve. IS staat voor Investeren en Sparen
Beide hangen af van de (reële) rente
Bij de IS-curve bekijken we het verband tussen reële rente (r) en inkomen (Y).

Slide 2 - Diapositive

Afleiden IS-curve
Zie bron 1: 
uitgangspunt is 
Keynesiaans kruis 
(bovenste grafiek). 
Start is bij Y1* en r1.

Slide 3 - Diapositive

Stel dat de (reële) rente stijgt 
(naar r2).
Hierdoor wordt sparen 
aantrekkelijker, waardoor de 
spaarquote stijgt en dus de 
consumptiequote (c) daalt. 

Hellingsgetal bestedingslijn 
wordt hierdoor kleiner.

Slide 4 - Diapositive

Ook wordt investeren minder 
aantrekkelijk, waardoor 
autonome investeringen (I0
dalen.

Door dalende consumptie 
en investeringen daalt de EV 
en dus de productie en het 
inkomen (Y).

Slide 5 - Diapositive

De bestedingslijn (EV) in de 
bovenste grafiek kantelt en 
verschuift naar beneden. 
Het nieuwe evenwicht ligt bij 
een lagere Y: Y2*.

Dit is het tweede punt op de 
IS-curve: r2 en Y2*.

Slide 6 - Diapositive

Stel dat de (reële) rente daalt 
(naar r3).
Hierdoor wordt sparen minder 
aantrekkelijk, waardoor de 
spaarquote daalt en dus de 
consumptiequote (c) stijgt. 

Hellingsgetal bestedingslijn 
wordt hierdoor groter.

Slide 7 - Diapositive

Ook wordt investeren 
aantrekkelijker, waardoor 
autonome investeringen (I0
stijgen.

Door stijgende consumptie 
en investeringen stijgt de EV 
en dus de productie en het 
inkomen (Y).

Slide 8 - Diapositive

De bestedingslijn (EV) in de 
bovenste grafiek kantelt en 
verschuift naar boven. 

Het nieuwe evenwicht ligt bij 
een hoger Y: Y3*.
Dit is het derde punt op de 
IS-curve: r3 en Y3*.

Slide 9 - Diapositive

Als de rente verandert, 
verschuift de IS-curve 
dus niet, maar krijg je 
een verschuiving 
langs de curve.

Slide 10 - Diapositive

Verschuivingen van de IS-curve
De IS-curve zal verschuiven als bestedingen (EV) veranderen door een andere oorzaak dan een verandering van de rente. 

Slide 11 - Diapositive

Stel dat de autonome overheidsbestedingen (O0) toenemen. Hierdoor stijgen de bestedingen en in het Keynesiaans kruis zal bestedingslijn naar boven verschuiven en zie je dat hierdoor Y* toeneemt. 
Bij eenzelfde rente (die is immers 
niet veranderd) heb je nu een 
hoger inkomen. 
De IS-curve moet dus naar 
rechts verschuiven.

Slide 12 - Diapositive