HV2A Basisprincipes spelling les 1 14/4

Welkom
Leg je boeken, schrift en etui op tafel
en ga 10 minuten in stilte lezen uit je leesboek.

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom
Leg je boeken, schrift en etui op tafel
en ga 10 minuten in stilte lezen uit je leesboek.

Slide 1 - Diapositive

Woordslang
- Je moet een woord bedenken dat begint met de laatste letter van het vorige woord.
- Geen namen of afkortingen, en het moet een bestaand Nederlands woord zijn.

Slide 2 - Diapositive

Basisprincipes spelling

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
- Je weet wat het belang is van goed spellen welke basisprincipes spellingregels zijn gebaseerd.
- Je herkent op welke basisprincipes de spelling van een woord is gebaseerd.
- Je kunt uitleggen waarom woorden op een bepaalde manier worden gespeld.
- Je kan zelf nieuwe voorbeelden bedenken van bijzonderheden in de spelling en je mening over het gebruik van spelling uitleggen.

Slide 4 - Diapositive

Vandaag
- Mededeling boekopdracht 3
- Instructie basisprincipes spelling
- Werken aan  weektaak

Slide 5 - Diapositive

Boekopdracht 3
- Uiterlijk 8 mei moet je boek uit zijn.
- Op 8 en 9 mei werken we in de les aan de boekopdracht.
- Je gaat een nieuw boekomslag ontwerpen (voorkant en achterkant).
- De opdracht komt in Teams te staan.

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Basisprincipes spelling
Theorie bladzijde 172-173 handboek
  • Spelling: alle afspraken voor het schrijven van woorden
  • Er zijn heel veel spellingsregels. 
  • Drie basisprincipes (hoofdregels) voor spelling.

Slide 8 - Diapositive

Uitspraak
  • Spelling begint met luisteren
  • Je schrijft woorden zoals ze klinken
  • Niet iedereen spreekt de woorden precies hetzelfde uit

Slide 9 - Diapositive

Gelijkvormigheid
  • Vergelijkbare woorden schrijf zoveel mogelijk hetzelfde.
  • voorbeeld: NIET hant maar hand want je schrijft ook handen.

Hij wordt (t is niet nodig voor de uitspraak) maar we hebben de regel: hij-vorm in de tegenwoordige tijd? Dan hele werkwoord -en en +t. Dus doen we dat ook bij een werkwoord als worden en branden. 

Slide 10 - Diapositive

Herkomst
Uit welke taal komen de volgende woorden?

Container
Ober
Douche
Alcohol
Discotheek
Datum

Slide 11 - Diapositive

Container - Engels
Ober - Duits
Douche - Frans
Alcohol - Arabisch
Discotheek - Grieks
Datum - Latijn


Slide 12 - Diapositive

Aan de slag!
Weektaak:
- Maak oefening 3 t/m 11 uit je oefenboek (blz. 116-117).
- Lees theorie uit je handboek (blz. 172-173).
- Je maakt de opdrachten in de klas tijdens de les.
- Aan het eind van de week  is alles af.  Niet af? Dan is het huiswerk en wordt het de volgende les gecontroleerd! 
- De antwoorden worden  in Teams gezet.
- Werk elke les goed door, dan ben je op tijd klaar!


Slide 13 - Diapositive