Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welkom!
Examentraining aardrijkskunde
Mavo - bevolking en ruimte
Slide 1 - Diapositive
Planning
Examenleerstof
Belangrijke stof 'bevolking en ruimte'
Oude examens oefenen
Examenvragen bespreken
Vragen?
Slide 2 - Diapositive
Examenleerstof
Mavo:
Hoofdstuk 1,2 & 3: 'Weer en klimaat'
Hoofdstuk 4,5 & 6: 'Bevolking en ruimte'
Hoofdstuk 7,8 & 9: 'Water
Alle casussen
Extra:
Je examen maak je op papier, net zoals je schoolexamens afgelopen jaar
Thuis oefenen? Examenblad.nl
Bekijk filmpjes op youtube: bijvoorbeeld Mevrouw de Roo
Ook de paragrafen over de bronnen
Slide 3 - Diapositive
Examenleerstof
Bevolkingsopbouw en bevolkingsontwikkeling van Nederland, Duitsland en China
Slide 4 - Diapositive
Examenleerstof
Bevolkingsopbouw en bevolkingsontwikkeling van Nederland, Duitsland en China
- Waarom ziet de grafiek er zo uit? Denk hierbij aan: gezondheidszorg, immigratie, emigratie, regels van de overheid, ect.
Slide 5 - Diapositive
Examenleerstof
Demografisch transitiemodel:
- Welke fase zit Nederland?
Demografie vertelt over ons leven. Het gaat over hoe oud we gemiddeld worden, hoeveel kinderen we kunnen verwachten, en waar en hoe we ons leven leiden.
Slide 6 - Diapositive
Examenleerstof
Bevolkingsopbouw:
- Piramide
- Urn
- Granaat
Welke van de drie is er sprake van het meeste vergrijzing?
A, B of C?
C
Slide 7 - Diapositive
Examenleerstof
- Drempelwaarde
- Reikwijdte
- Verzorgingsgebied
Slide 8 - Diapositive
Soorten vragen:
Handelingswerkwoorden bij openvragen:
Geef/noem... een voorbeeld/een argument.
Leg uit... doe dat zo:
Beredeneer... doe dat zo:
Beschrijvende vragen: Waar vragen
Verklarende vragen: Waarom en wat vragen
Gesloten vragen:
Wat is juist? --> schrijf alleen de hoofdletter van het juiste antwoord op
Slide 9 - Diapositive
Hoe geef je antwoord op vragen?
Openvragen:
Stap 1: Lees de vraag goed
Stap 2: Kijk of er wordt verwezen naar een bron en of je de bron moet gebruiken.
Stap 3: Onderstreep de belangrijke woorden en/begrippen.
Stap 4: Kijk goed naar wat er van je wordt gevraagd:
- Geef een voorbeeld/reden/argument
- Leg uit
- Beredeneer
- Beschrijf
Stap 5: Benoem in je antwoord een deel van je vraag (de eerder onderstreepte woorden)
LET OP! Het eerste antwoord dat je opschrijft telt