paragraaf 1.4

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Welkom!

bij economie!

Programma voor vandaag:

- welkom

- lesdoel

- bespreken huiswerk

- uitleg paragraaf 1.4

- samen een opdracht maken

- zelfstandig werken

- huiswerk

Het lesdoel

Aan het einde van de les weet je welke soorten inkomsten en uitgaven we hebben.

Je kunt ook een begroting opstellen.

Het huiswerk van de vorige les

Welke opdrachten van 1.3 vond je lastig?

Deze bespreken we klassikaal. 

De antwoorden krijg je straks, zodat je de rest na kunt kijken.

De begrippen van paragraaf

soorten inkomens

begroting

soorten uitgaven

reserveren

Soorten inkomens

• Inkomen = geld dat je als persoon of als gezin ontvangt.
  
• Drie vormen:
  

1. Loon
2. Winst 
3. Uitkering

Winst

Als je een eigen bedrijf hebt en winst maakt. 

Loon of salaris

Als je voor een baas werkt. Eigenlijk iedereen die werkt en geen eigen baas is. 

Soorten inkomens

Inkomen uit arbeid
(loon)

Inkomen uit bezit
(winst)

Overdrachtsinkomen
(uitkering)

Soorten uitgaven

Huishoudelijke uitgaven

Vaste lasten

Incidentele uitgaven

Vaste lasten

Uitgaven die met een regelmaat terugkeren.

Bijvoorbeeld:
-Sportabbonement

-Gas, water en licht

-Contributie

Huishoudelijke uitgaven / dagelijkste uitgaven

Zijn de gewone uitgaven die je voor je huishouden doet.

Voorbeelden:
De wekelijkse boodschappen

Cadeau voor je zusje
Uitgaan 
Persoonlijke verzorging

Incidentele uitgaven

Meestal grote uitgaven die je maar af en toe doet.

VB:
Auto gaat kapot
Op vakantie gaan

Wasmachine gaat kapot etc.

Begroting

Begroting = overzicht van verwachte inkomsten en verwachte uitgaven van een komende periode

Reserveren

• Reserveren = elke maand geld opzij leggen om later grote uitgaven te kunnen betalen
• Reservering per maand =
  benodigd bedrag ÷ aantal maanden

Op vakantie gaan is een voorbeeld van?

1. Vaste lasten
2. Huishoudelijke uitgaven
3. Incidentele uitgaven

Geld opzijleggen voor bepaalde uitgaven.

1. inkomen
2. budget
3. schadeverzekering
4. reserveren

Een begroting is een overzicht van de inkomsten en uitgaven van de vorige periode.

1. Juist
2. Onjuist

Wat is het doel van een begroting?

1. Een begroting zorgt ervoor dat je genoeg geld uitgeeft.
2. Een begroting dient als bewijs voor de belastingdienst
3. Een begroting geeft je inzicht in je toekomstige inkomsten en uitgaven.
4. Een begroting is een goede oefening in hoofdrekenen.

Je wilt een nieuwe fiets van €300 kopen. Je hebt al €60 gespaard. Hoeveel moet je per maand reserveren om de fiets over 8 maanden te kunnen kopen?

Je tel abonnement kost €19,50 per maand. Hoeveel is dat per week?

De huur van het huis is een voorbeeld van

1. Huishoudelijke uitgaven
2. Vaste lasten
3. Incidentele uitgaven

Welke soorten uitgaven kun je onderscheiden?

1. Huishoudelijke uitgaven en vaste lasten
2. Dagelijkse lasten en vaste huishoudelijke uitgaven
3. Incidentele, huishoudelijke uitgaven, vaste Lasten
4. Kleine en grote uitgaven

Samen aan het werk:

Als jij alles snapt van de uitleg dan ga je nu aan het werk met de opdrachten van paragraaf 1.4.

Vind je het nog lastig? Doe dan mee met de inoefening.

Samen maken we opdracht 46

Zelfstandig aan het werk:

Je gaat nu aan het werk met: paragraaf 1.1 opdracht 1 t/m 13.
Dit is huiswerk voor de volgende les.

Evaluatie

Huiswerk??