Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke 3 soorten zenuwcellen zijn er?
Slide 2 - Carte mentale
Een hele jonge baby kan al drinken bij de moeder door het aangeboren zuigreflex. Dit doet een baby als hij honger heeft en een aanraking op de wang voelt. Hij stopt pas met drinken als hij voldoende heeft.
Zet de gebeurtenissen hieronder in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
6
De bewegingszenuwcellen geleid impulsen naar een spier.
De impulsen gaan over op schakelcellen.
De impulsen gaan over van de schakelcellen naar de bewegingszenuwcellen.
De impulsen gaan via gevoelszenuwcellen naar de hersenstam.
De spieren trekt samen en de mond maakt zuigende bewegingen.
Door aanraking van de wang: impulsen ontstaan in de zintuigcellen
Er gaan impulsen naar de hersenen: bewustwording
Slide 3 - Question de remorquage
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
De aap heeft jeuk. Via uitlopers van zenuwcellen komen eerst aan in zijn . Daarna komen de aan in de hersenen.
impulsen
ruggenmerg
impulsen
grote
kleine
prikkels
prikkels
hersenstam
Slide 8 - Question de remorquage
Schakelzenuwcellen hebben alleen uitlopers, die zijn verbonden met .