Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 1 Vraag en Aanbod
Herhaling
Slide 1 - Diapositive
Welke factoren beïnvloeden de vraag naar een product? Schrijf er minimaal drie op!
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
Welke lijn laat de vraaglijn zien?
A
De blauwe lijn
B
De gele lijn
Slide 4 - Quiz
Verschuiving langs de vraaglijn
ls de prijs van een product verandert, verandert de vraaglijn niet.
Bij een andere prijs, hoort een andere hoeveelheid.
Slide 5 - Diapositive
Verschuiving ‘van’ de vraaglijn
- gevraagde hoeveelheid van product/dienst verandert, de vraaglijn verschuift
Vraag toename -> verschuiving naar rechts
Vraag afname -> verschuiving naar links
Slide 6 - Diapositive
Verschuiving van de vraaglijn (LD 3)
Er treedt een verschuiving van de vraaglijn op bij:
Verandering inkomen van de vragers
Verandering behoeften van vragers
Verandering prijs van andere producten
Verandering in het aantal vragers
Verandering in wettelijke bepalingen
Slide 7 - Diapositive
Verschuiving langs de aanbodlijn
Als de prijs van het product verandert, dan verandert de aanbodlijn niet.
Je krijgt een ander punt op de lijn.
Slide 8 - Diapositive
Verschuiving van de aanbodlijn (LD 4)
Verandering in aantal aanbieders.
Kosten van de productie
Ingrijpen van de overheid (bijvoorbeeld heffing).
Innovatie
Slide 9 - Diapositive
Wat is er nu gebeurd?
A
Bij dezelfde prijs wil je minder producten kopen
B
Bij dezelfde prijs wil je meer product kopen
C
De prijs is gestegen
Slide 10 - Quiz
Een vraaglijn kan naar rechts verschuiven. Noem 2 verklaringen waarom.
Slide 11 - Question ouverte
Wat kan een reden zijn voor deze verschuiving van de aanbodlijn?
A
Afname aantal aanbieders
B
Stijging van prijs concurrerende producten
C
Daling variabele kosten per product
D
Afname productiviteit
Slide 12 - Quiz
Wat kan een reden zijn voor deze verschuiving van de aanbodlijn? (LD 4)
A
Afname aantal aanbieders
B
Stijging van prijs concurrerende producten
C
Daling variabele kosten per product
D
Afname productiviteit
Slide 13 - Quiz
Door welke verandering verschuift de vraagfunctie (= vraaglijn) naar links?
A
Als de prijs van Batavus fietsen stijgt
B
Als de prijs van Gazelle fietsen stijgt.
C
Als de inkomens van de consumenten dalen.
D
Als de behoefte aan fietsen toeneemt.
Slide 14 - Quiz
De vraaglijn verschuift NIET bij de verandering van de prijs van het product
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Voorbeeld van verandering van de vraaglijn: De prijs verandert voor een verandering in het inkomen.
A
Het inkomen stijgt
B
Het inkomen daalt
Slide 16 - Quiz
verandering: materialen die gebruikt worden bij de productie worden goedkoper. Wat gebeurt er met de aanbodlijn?
A
niets
B
verschuift naar links
C
verschuift naar rechts
D
steiler verloop
Slide 17 - Quiz
verandering: arbeidsproductiviteit van de werknemers daalt. Wat gebeurt er met de aanbodlijn?
A
voor iedere mogelijke prijs zal het aanbod stijgen dus verschuift naar rechts
B
voor iedere mogelijke prijs zal het aanbod dalen dus verschuift naar links
C
minder aanbod dus verschuift naar rechts
D
minder aanbod dus verschuift naar links
Slide 18 - Quiz
verandering: door geslaagde reclame campagne zijn consumenten bereid een hogere prijs te betalen. Hierdoor stijgt de marktprijs. Wat gebeurt er met de aanbodlijn?
A
verschuift naar rechts want bij een hogere prijs is er meer aanbod
B
verschuift naar links want bij een hogere prijs is er minder aanbod
C
niets, maar er wordt meer aangeboden bij een hogere prijs dus er is een verplaatsing op de lijn naar boven
D
niets, maar er wordt minder aangeboden bij een hogere prijs dus er is een verplaatsing op de lijn naar beneden
Slide 19 - Quiz
Hoeveel is het totale consumentensurplus in Euro's?