Paragraaf 6.2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Paragraaf 6.2

Starten met een formatieve quiz.

Leerdoelen gisteren?

Planning: 6.2

Hoofddoel: 

Rekenen met / begrijpen van:  "de wet van behoud van Energie".

kortweg: WvbvE.

Welke energie omzetting vind hier plaats?

1. Bewegingsenergie naar stralingsenergie
2. Chemische naar thermische energie
3. Chemische naar bewegingsenergie
4. Elektrische naar stralingsenergie

de kerstman gooit een pakketje op het dak. De energie omzetting is:

1. Ekin -> Ezw
2. Huh, Kinetische energie?
3. Ezw - > Ekin
4. Huh, zwaarte energie?

Welke energie omzetting vindt plaats in een batterij?

1. chemische in elektrisch
2. beweging in elektrisch
3. zonne-energie in elektrisch
4. beweging in warmte

welke energie omzetting vindt er plaats in een lamp?

1. elektrische energie
2. elektrische energie naar warmte
3. elektrische energie naar warmte en licht
4. elektrische energie naar licht

Welke energiesoorten horen in het stroomdiagram van een van een CV ketel?

Warmte

Elektrische Energie

Chemische Energie

Bewegings 

Energie

De kogel heeft een totale energie van 100 J, Ez is 40 J, bereken Ek.

1. 40 J
2. 60 J
3. 140 J
4. 200 J

De kogel heeft een totale energie van 100 J, Ek is 80 J, bereken Eb.

1. 20 J
2. 80 J
3. 100 J
4. 180 J

A is boven en B is beneden. Stel In A is de totale Energie 100 J, hoeveel is de energie in B?

1. 0 J
2. 100 J
3. 50 J
4. Dat is niet te zeggen

A is boven en B is Hoe groot is de zwaarte energie in punt B Als je aan het begin (in A) 100 J totale energie hebt.

1. 0 J
2. 100 J
3. 50 J
4. Dat is niet te zeggen

A is boven en B is Hoe groot is de bewegingsenergie in punt B Als je aan het begin (in A) 100 J totale energie hebt.

1. 0 J
2. 100 J
3. 50 J
4. Dat is niet te zeggen

A is boven en B is Hoe groot is de bewegingsenergie in punt B Als je aan het begin (in A) 100 J totale energie hebt. Tijdens de vlucht is er 20 J omgezet in warmte.

1. 20 J
2. 100 J
3. 0 J
4. 80 J

A is boven en B is Hoe groot is de zwaarte energie in punt B Als je aan het begin (in A) 100 J totale energie hebt. Tijdens de vlucht is er 20 J omgezet in warmte.

1. 20 J
2. 100 J
3. 0 J
4. 80 J

Een steen massa van 10 kg valt van 20 meter hoogte, bereken met welke snelheid valt deze steen op de grond valt. Doe dit ook voor een steen van 1000 kg.

Wet van behoud van Energie

Hoofddoel:

Rekenen met / begrijpen van: "de wet van behoud van Energie".

kortweg: WvbvE.

Maken 4, 5, 8 en 9.

Antwoord vraag 8!