Pak je laptop en ga naar its learning- bronnen- antwoorden H7, kijk je antwoorden na.
Klaar? lees de theorie van 7.3
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Startopdracht:
Pak je laptop en ga naar its learning- bronnen- antwoorden H7, kijk je antwoorden na.
Klaar? lees de theorie van 7.3
Slide 1 - Diapositive
7.3: Eten
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen 7.3
Je kunt voedingstoffen en hun functie noemen.
je kunt uitleggen wat gezond eten is en met de schijf van Vijf of een voedingsmiddelentabel bepalen of een maaltijd gezond is.
Je kunt beschrijven hoe tandbederf ontstaat.
Je kunt beschrijven waardoor verstopte bloedvaten kunnen ontstaan.
Je kunt uitleggen wat er kan gebeuren bij ondervoeding en overmatige voeding.
Slide 3 - Diapositive
Wat weet je nog van M2?
Slide 4 - Diapositive
Noem zoveel mogelijk voedingsmiddelen
Slide 5 - Carte mentale
Wat zijn voedingstoffen en voedingsmiddelen?
Slide 6 - Diapositive
Plantaardige voedingsmiddelen
Dierlijke voedingsmiddelen
Slide 7 - Diapositive
Voedingsvezels
- geen voedingsstof!
- Stimuleert de darmen
- Voorkomt obstipatie ( verstopping)
- Zorgen voor een verzadigd gevoel
- in plantaardige voedingsmiddelen
- voedingsvezels worden zelf niet verteerd
Slide 8 - Diapositive
Je kunt de 6 voedingsstoffen indelen in 3 groepen:
Energierijke stoffen/ brandstoffen:
vetten en koolhydraten ( suikers, zetmeel)
Bouwstoffen:
water, mineralen en eiwit
Beschermende stoffen:
vitamine en mineralen
De 6 voedingsstoffen:
Slide 9 - Diapositive
Adviezen en schijf van vijf
Slide 10 - Diapositive
Schijf van vijf
Slide 11 - Diapositive
7.3 Les
Maken opdr 1 t/m 10 + Nakijken
Slide 12 - Diapositive
7.3 Les 2
Slide 13 - Diapositive
groepen voedingsstoffen
voedingsstoffen
Zoek bij elkaar
energierijke stoffen
bouwstoffen
beschermende stoffen
koolhydraten
vetten
eiwitten, vetten
mineralen, water
vitaminen
mineralen
Slide 14 - Question de remorquage
Welk vak van de schijf van vijf bevat veel koolhydraten?
A
Groen
B
Blauw
C
Oranje
D
Paars
Slide 15 - Quiz
Energierijke stoffen
Bouwstoffen
Beschermende stoffen
suiker
zetmeel
vetten
eiwitten
mineralen
vitaminen
vetten
mineralen
water
Slide 16 - Question de remorquage
Waar zijn voedingsvezels belangrijk voor?
A
voor de smaak
B
voor het kauwen
C
voor de darmen
D
voor het slikken
Slide 17 - Quiz
Waar zorgen de voedingsstoffen voor?
Energierijke stoffen
Bouwstoffen
Beschermstoffen
Energie
Groeien
Beschermen tegen ziektes
Slide 18 - Question de remorquage
Leerdoelen 7.3
Je kunt voedingstoffen en hun functie noemen.
je kunt uitleggen wat gezond eten is en met de schijf van Vijf of een voedingsmiddelentabel bepalen of een maaltijd gezond is.
Je kunt beschrijven hoe tandbederf ontstaat.
Je kunt beschrijven waardoor verstopte bloedvaten kunnen ontstaan.
Je kunt uitleggen wat er kan gebeuren bij ondervoeding en overmatige voeding.
Slide 19 - Diapositive
Hoe kom je aan energie?
Je gebruikt energie om:
warm te blijven, te bewegen, na te denken, je eten te verteren
Deze energie haal je uit je eten en drinken. Hierin zitten energierijke stoffen.
Energierijke stoffen:
koolhydraten = verzamelnaam voor zetmeel en suikers (glucose en gewone tafelsuiker)
vetten
Slide 20 - Diapositive
Hoe houd je een gezond gewicht?
Hoeveel energie je nodig hebt, hangt af van je:
- leeftijd.
- hoeveel je beweegt.
- geslacht.
- omgevingstemperatuur
Slide 21 - Diapositive
Begrip:
Grondstofwisseling= hoeveelheid energie dat je lichaam in rust gebruikt voor alle lichaamsprocessen
Slide 22 - Diapositive
Hoeveel energie heb je nodig?
Energie wordt aangegeven met joules.
Verpakking: kilojoules (Kj) = 1000 joules
Energie ook vaak aangegeven in calorieën.
1 kilocalorie (1 kcal) 1 kcal= 1000 calorieën.
Je kunt kilojoules en kilocalorieën
in elkaar omrekenen
Slide 23 - Diapositive
Waarom matig met suiker en vet?
Je hebt ongeveer 250 gram koolhydraten (suikers & zetmeel) per dag nodig:
Wanneer heb je meer nodig?
Niet alle koolhydraten zijn gezond, bijvoorbeeld suikers.
Suikers kunnen zorgen voor tandbederf/ cariës (=gaatjes in je tanden en kiezen)
Slide 24 - Diapositive
Hoe ontstaat een gaatje?
Suiker wordt omgezet in zuur door bacteriën, dit zuur tast tandglazuur aan.
Hierdoor lost tandbeen op en ontstaat een gaatje.
Waarom niet teveel frisdranken / fruitdranken?
Deze dranken zijn al zuur en zit ook veel suiker in!
Waarom 2x per dag poetsen met fluoride tandpasta?
Fluoride maakt glazuur sterker!
Slide 25 - Diapositive
Waarom matig met vet?
Je hebt ongeveer 70 gram vet per dag nodig.
Krijg je meer energierijke stoffen binnen
dan je lichaam nodig heeft dan slaat je lichaam
dit op als vet en word je dik.
Bij teveel vet vernauwen je bloedvaten
door teveel cholesterol
Slide 26 - Diapositive
Gevolgen teveel cholesterol
Vernauwing bloedvaten- hoge bloeddruk
Vernauwing van bloedvaten in kransslagader: gevaar hartinfarct
Hartinfarct= door een vernauwing in de kransslagader komt er te weinig bloed met zuurstof en voedingstoffen bij het hart, hierdoor sterft een stukje van de hartspier af.
Slide 27 - Diapositive
Overgewicht en ondergewicht
Als je te veel eet en te weinig beweegt kun je overgewicht krijgen.
Als je te veel beweegt en te weinig eet kun je ondergewicht krijgen.
Slide 28 - Diapositive
Overgewicht
- meer kans op hart- en vaatziekten
- meer kans op suikerziekte
- slecht voor je gewrichten
door overbelasting
Slide 29 - Diapositive
ondergewicht
ondergewicht betekent dat je te weinig weegt.
Gevaar bij ondergewicht is, dat bepaalde lichaamsfuncties uitvallen en het lichaam eigen eiwitten (van organen) gaat gebruiken om aan energie te komen
Slide 30 - Diapositive
7.3 Les 2
Maken opdr 13 t/m 22
Nakijken 7.3
Slide 31 - Diapositive
groepen voedingsstoffen
voedingsstoffen
Zoek bij elkaar
energierijke stoffen
bouwstoffen
beschermende stoffen
koolhydraten
vetten
eiwitten, vetten
mineralen, water
vitaminen
mineralen
Slide 32 - Question de remorquage
In welke regel staan alleen voedingsstoffen?
A
koolhydraten, rijst, mineralen
B
suiker, eiwitten, mineralen
C
voedingsvezels, suiker, koolhydraten
D
water, vitaminen, melk
Slide 33 - Quiz
Hieronder staan twee uitspraken over voedingsvezels. - 1. Voedingsvezels zijn voedingsstoffen. 2. Voedingsvezels zorgen ervoor dat je voedsel beter wordt verteerd. Welke uitspraak is juist?
A
alleen uitspraak 1
B
alleen uitspraak 2
C
uitspraken 1 en 2
D
geen van beide uitspraken
Slide 34 - Quiz
Beschermende stoffen zijn:
A
eiwitten, mineralen, water, vetten
B
vitaminen, mineralen
C
Koolhydraten, vetten
D
vitaminen, vetten
Slide 35 - Quiz
Energierijke stoffen zijn:
A
eiwitten, mineralen, water, vetten
B
vitaminen, mineralen
C
Koolhydraten, vetten
D
vitaminen, vetten
Slide 36 - Quiz
Je lichaam gebruikt niet altijd evenveel energie. Op een koude dag verbruik je veel / weinig energie.
A
veel
B
weinig
Slide 37 - Quiz
Fluoride beschermt tegen gaatjes. Voor welke laag in de tekening is fluoride belangrijk?
A
Alleen laag 1
B
Alleen laag 1 en 2
C
Laag 1,2 en 3
D
Alleen laag 3
Slide 38 - Quiz
7.3 Les 3
Eetstoornissen
Slide 39 - Diapositive
Slide 40 - Vidéo
Eetstoornissen
Wat weet jij al van eetstoornissen?
- Vorm een tweetal (duo) en zoek informatie op over eetstoornissen.
- Welke eetstoornissen bestaan er zoal en wat kun jij er over vinden op het internet.