T4B4

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Thema 4: Ordening 

B4 - Planten

Herhaling 

Organen van een plant

Een plant heeft organen:

- wortels

- stengels

- bladeren

- (niet altijd) bloemen 

Het rijk van de planten kun je indelen in 2 stammen.

Hierbij let je op de manier van voortplanten.

De manier van voortplanten is een kenmerk.

Sporenplant 

Voortplanting door sporen

Geen bloemen

Zaadplanten 

Voortplanting door zaden 

Zaden ontstaan in bloemen

Sporenplant: mossen

Voortplanting:

Mosplantjes vormen sporendoosjes die 

(ver) boven het plantje zelf uitsteken.

In de sporendoosjes komen sporen, 

dat zijn de voortplantingscellen van de sporenplant.

Sporenplant: Varens

Voortplanting:

Varens vormen sporenhoopjes aan de onderzijde van de bladeren.

Een sporenhoopje is een verzameling sporendoosjes bij elkaar.

Zaadplanten

Zaadplanten planten zich voort door zaden.

Zaadplanten hebben bloemen, in de bloem kan een zaad ontstaan.

Gerst is een

1. zaadplant
2. naaldboom
3. Groene plant
4. sporenplant

Behoort tot de

1. zaadplanten
2. sporenplanten
3. varens
4. schimmels

In de afbeelding
zie je

1. sporendoosjes
2. sporenhoopjes
3. voortplantingscellen van een mos
4. zaden van een zaadplant

Wat hebben sporenplanten NIET?

1. wortels
2. stengels
3. bladeren
4. bloemen

voorbeeld van sporenplanten zijn:

1. varens en mossen
2. roos en narcis
3. champignon en vliegenzwam
4. beuk en eik

Wat is hier een sporenplant?

1. 
2. 
3. 
4. 

Wat is geen zaadplant?

1. Appelboom
2. Kastanje
3. Varen
4. Zonnebloem

Zaadplanten hebben bloemen

1. waar
2. niet waar

Zaadplanten hebben ...

1. bloemen en wortels
2. bloemen en bladeren
3. bladeren en wortels
4. bloemen, bladeren en wortels

Opdrachten 

bk: Opdracht 19 t/m 22 (blz. 168-172)

kgt: Opdracht 12 + 14 (blz. 88-90)