De balans (les 1)

Hoofdstuk 5
De financiële administratie van een eigen bedrijf 
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5
De financiële administratie van een eigen bedrijf 

Slide 1 - Diapositive

Planning voor vandaag
  • Leerdoelen
  • Wat weten wij al 
  • 5.1 de balans 

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Aan het einde van deze les kan ik uitleggen wat een balans is. 
  • Aan het einde van deze les kan ik het verschil benoemen tussen de creditzijde en debetzijde. 

Slide 3 - Diapositive

Balans
  • Een overzicht van de bezittingen en het vermogen van een onderneming op een bepaald moment
  • Linkerkant -> debetzijde / activakant / bezittingen
  • Rechterkant -> creditzijde / passivakant / vermogen
  • Een balans is altijd in evenwicht
  • Een balans is een momentopname

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

balans per 1 / 1 / 2024

activa (debet / bezittingen) 
passiva (credit / vermogen) 
Vaste activa (activa die langer dan een jaar meegaan)
bijvoorbeeld:
Pand, auto, laptop, inventaris
Inventaris -> inrichting en aankleding van een pand (denk aan meubels, kassa, pinapparaat etc)
Vlottende activa (activa die korter dan een jaar meegaan)
bijvoorbeeld:
voorraad, debiteuren
Debiteuren -> geld dat het bedrijf nog moet ontvangen van haar klanten
Liquide activa (betaalmiddelen)
 kas, bank

Eigen vermogen 
Geld van de eigenaar zelf

Lang vreemd vermogen
(leningen die langer dan 1 jaar lopen)
Geleend geld van de familie, vrienden, bank 
Bijvoorbeeld: hypothecaire lening, lening bank
Kort vreemd vermogen
(leningen korter van 1 jaar)
Crediteuren -> leveranciers die nog geld tegoed hebben van het bedrijf -> die moeten nog betaald worden

Totaal                                                         € 
Totaal                                                         € 

Slide 6 - Diapositive

Debet (activa) zijn:
A
Schulden
B
Bezittingen
C
Kas
D
Bank

Slide 7 - Quiz

Wat staat aan de debet kant van de balans?
A
voorraad goederen
B
banklening
C
crediteuren
D
debiteuren

Slide 8 - Quiz

Voorbeeld

Slide 9 - Diapositive

Het eigen vermogen staat
A
aan de debetzijde van de balans
B
op de winst - verlies rekening
C
bij vlottende activa
D
aan de creditzijde van de balans

Slide 10 - Quiz

huiswerk 
Voor de volgende les maken opdracht: 5.1 + 5.3 + 5.4 + 5.5 + 5.6 

Slide 11 - Diapositive