de vluchtroute

De vluchtroute
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 3

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

Éléments de cette leçon

De vluchtroute

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van de les:
  • weet je 

Slide 2 - Diapositive

Ontruiming
Wat is dat?

Slide 3 - Carte mentale

Wat doe je bij noodsituaties in een gebouw?

Gebouwen spelen een grote rol bij veiligheid. Denk maar eens aan de cafébrand in Volendam tijdens de Nieuwjaarsnacht van 2001. Daar ging van alles fout, onder meer omdat de bezoekers van het café niet goed konden vluchten via de nooduitgangen.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Ontruiming, waarom? Oefenen! BHV'ers!

Slide 7 - Diapositive

BHV
Herkenbaar

Slide 8 - Diapositive

De route naar buiten
Plattegrond met alle routes
De route naar buiten,
de kortste weg

Slide 9 - Diapositive

Kortste vluchtweg, dichtstbijzijnde verzamelplek, blijf bij je klas, 
4 verzamelplekken
VERZAMELEN

Slide 10 - Diapositive

Vluchtplan
De meeste (grote) gebouwen moeten in Nederland een vluchtplan hebben.
Een vluchtplan (of ontruimingsplan) beschrijft wat er moet gebeuren als er in een gebouw een onveilige situatie ontstaat, waardoor mensen moeten vluchten. Een voorbeeld van zo een onveilige situatie is brand.

Slide 11 - Diapositive

Ontruimingsplattegrond
Een belangrijk onderdeel van het vluchtplan is de ontruimingsplattegrond. Dit is een plattegrond van het gebouw waarop de vluchtroutes aangegeven staan. De ontruimingsplattegrond moet op duidelijk zichtbare plaatsen in het gebouw worden opgehangen, Zo kunnen personeelsleden en bezoekers zien hoe zij in geval van nood het gebouw kunnen verlaten.
Vaak staan op de ontruimingsplattegrond ook nog instructies voor wat je moet doen bij brand, een ongeval, etc.

Slide 12 - Diapositive

Vluchtroutes
Bij het vastleggen van vluchtroutes is het belangrijk om ervoor te zorgen dat deze van boven naar beneden lopen (door rook). Ook moet je erop letten dat er geen belemmeringen zijn.
Een ontruimingsplattegrond bevat meerdere vluchtroutes. Het kan namelijk zijn dat 1 vluchtroute bijv. door rook niet te gebruiken is.


Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wat betekent dit pictogram?

Slide 15 - Question ouverte

Wat betekent dit pictogram?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Hoeveel nooduitgangen telt het gebouw?

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Zijn dat er genoeg om in geval van nood te vluchten?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Zijn er voldoende brandblussers en zijn ze goed verdeeld?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Opdracht in school
Je gaat samen met viertallen door de school lopen en vul werkblad 1 in je leerlingboekje in.

Slide 24 - Diapositive

Samen door de school

Waar hangen de plattegronden?
Waar zijn de vluchtroutes, Hoe loop je?
Waar zijn de verzamelplekken?

Slide 25 - Diapositive

Eerstelijns
  • Zonder verwijzing 
  • Apotheek, tandarts, huisarts, verloskundige, maatschappelijk werkers, fysiotherapeuten, wijkverpleegkundige 

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Tweedelijns
  • Verwijzing nodig 
  • Specialisten in het ziekenhuis 
  • GGZ (psychologische zorg)
  • Revalidatiezorg

Slide 28 - Diapositive

Eerste lijns zorg
Tweede lijns zorg

Slide 29 - Question de remorquage

Huisartsen 
  • Poortwachter van de zorg: bepalen wie door moeten gaan naar tweede lijn
  • Inschrijven bij de huisarts: zorgverzekering een abonnementstarief

Slide 30 - Diapositive

Hoe worden de huisartsen ook wel gezien?
A
Oppasser van de zorg
B
Poortwachter van de zorg
C
Beveiliger van de zorg
D
Bediende van de zorg

Slide 31 - Quiz

Begeleiden van cliënten
Hoofdstuk 1.1-1.2-1.3 in het blauwe boek

Slide 32 - Diapositive

Verschillende organisaties
De plek waar je hulp biedt en de langdurigheid van het verblijven delen de zorg op in drie soorten:
  • intramurale hulp
  • extramurale hulp

Slide 33 - Diapositive

Intramurale hulp

Cliënt woont in een instelling en krijgt binnen de instelling alle vormen van hulpverlening.

Slide 34 - Diapositive

Extramurale hulp

Client krijgt in de thuissituatie alle vormen van hulpverlening (thuisopvang/ ambulante hulpverlening)

Een ander woord is ambulante hulp.

Slide 35 - Diapositive

Waar spreek je van als een cliënt in een zorginstelling woont?
A
Intramurale hulp
B
Extramurale hulp
C
Semimurale hulp

Slide 36 - Quiz

Verschillende werkzaamheden
De taken van een helpende is afhankelijk van de situatie van een cliënt, er kan zowel ondersteuning  als begeleiding nodig zijn.

Ondersteuning
= hulp
Bijv. hulp bieden bij persoonlijke verzorging en ADL.

Begeleiding betekend de cliënt sterker maken op lichamelijk, verstandelijk en sociaal gebied.

Slide 37 - Diapositive

Intramurale zorg
Uitleg

Slide 38 - Diapositive

Extramurale zorg
Uitleg

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

Slide 41 - Vidéo