quiz

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

quiz

Hoofdstuk 3 vlakke figuren 

Wat is een symmetrieas?

1. De vouwlijn in een lijnsymmetrisch figuur
2. Een figuur die je dubbel kan vouwen
3. x-as of y-as
4. De vouwlijn van een figuur

Wat is een lijnsymmetrisch figuur?

1. Een figuur dat precies op elkaar past
2. Elk figuur is lijnsymmetrisch
3. Een figuur met dezelfde zijdes
4. Een figuur dat bestaat uit 2 helften die elkaars spiegelbeeld zijn

Hoeveel symmetrie-assen heeft elk figuur?

2 symmetrie-assen

3 symmetrie-assen

4 symmetrie-assen

1 symmetrie-as

Wat zijn de eigenschappen van een rechthoekige driehoek?

Wat zijn de eigenschappen van een gelijkzijdige driehoek?

Wat zijn de eigenschappen van een gelijkbenige driehoek?

Wat voor driehoek is dit?

1. Gelijkbenige driehoek
2. Rechthoekige driehoek
3. Gelijkzijdige driehoek

Wat voor driehoek is dit?

1. Gelijkbenige driehoek
2. Rechthoekige driehoek
3. Gelijkzijdige driehoek

Wat voor driehoek is dit?

1. Gelijkbenige driehoek
2. Rechthoekige driehoek
3. Gelijkzijdige driehoek

Wat is een gestrekte hoek?

3. Twee benen die in elkaars verlengde liggen

Hoeveel graden is een gestrekte hoek?

2. 180

Hoe reken je met hoeken die samen een gestrekte hoek vormen?
(2 stappen)

Hoeveel graden zijn de 3 hoeken in een driehoek bij elkaar?

1. 360
2. 170
3. 90
4. 180

Wat is de goede omschrijving van een vlieger?

1. Een vierhoek waarvan beide diagonalen ook de symmetrieassen zijn
2. Een vierhoek waarvan de overstaande hoeken even groot zijn en 2 zijdes even groot.
3. Een vierhoek waarvan alle zijdes even groot zijn
4. Een vierhoek waarvan één van de diagonalen de symmetrieas is.

Wat is de goede omschrijving van een ruit?

1. Een vierhoek waarvan beide diagonalen ook de symmetrieassen zijn
2. Een vierhoek waarvan de overstaande hoeken even groot zijn en 2 zijdes even groot.
3. Een vierhoek waarvan alle zijdes even groot zijn
4. Een vierhoek waarvan één van de diagonalen de symmetrieas is.

Wat is een parallellogram?

1. Een vierhoek waarvan de naast elkaar liggende zijden evenwijdig zijn
2. Een vierkant met schuine zijdes
3. Een vierhoek waarvan de tegenover elkaar liggende zijden evenwijdig zijn
4. Een vierhoek met 2 schuine zijdes en 2 rechte zijdes

Wat vind je lastig aan dit hoofdstuk?

Hoe ga je deze toets maken?

😒🙁😐🙂😃

Einde