Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Nederlands
Lezen hoofdstuk 3
Open je boek op blz. 66
Slide 1 - Diapositive
Programma
- Actief opfrissen
- Opdracht 4 bespreken
- Huiswerk voor morgen
Slide 2 - Diapositive
Hoe noemen we woorden als maar, terwijl, toch, ook, ten eerst?
Slide 3 - Question ouverte
Welk tekstverband is dit? Zorg ten eerste dat je een vast bedrag aan zakgeld krijgt. Spreek verder af hoe lang je ermee moet doen. Spreek ook af wat je van het geld moet betalen.
Slide 4 - Question ouverte
Hoe zie je dat deze zin een tegenstellend verband is? Veel jongeren willen graag werken, maar er is er bijna geen werk te vinden.
A
Door het signaalwoord
B
Doordat het niet logisch klinkt
C
Door de komma voor maar
Slide 5 - Quiz
Opdracht 4 blz. 67
Deze opdracht heb je gemaakt in de vorige les. Open je schrift en zoek naar jouw antwoorden van opdracht 4 lezen hoofdstuk 3.
Slide 6 - Diapositive
4.1 Lees alinea 1. Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 7 - Question ouverte
4.2 Lees alinea 1. Welk signaal voor een opsomming herken je?
Slide 8 - Question ouverte
4.3 In alinea 3 worden er vier dingen opgesomd na de dubbele punt. Wat wordt er opgesomd?
Slide 9 - Question ouverte
4.4 Welke signaalwoorden voor een tegenstelling en een opsomming herken je in alinea 2?