5.4: Zwarte donderdag

• Geschiedenis
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Wat houdt isolationisme in?

1. Actieve deelname in internationale politieke onderhandelingen.
2. Openstaan voor internationale investeringen en economische groei.
3. Het vermijden van betrokkenheid bij internationale zaken.
4. Streven naar harmonie en samenwerking met andere landen.

Welk beleid droeg bij aan hyperinflatie?

1. Strengere controle op de economie
2. Vermindering van overheidssubsidies
3. Stabilisatie van de nationale munt
4. Ongebreidelde geldcreatie door de regering

Wat was een gevolg van hyperinflatie?

1. Wijdverspreide armoede en werkloosheid
2. Lagere voedselprijzen voor consumenten
3. Verbetering van de levensstandaard
4. Toename van buitenlandse investeringen

Het Dawesplan

Van VS naar Duitsland

Van Duitsland naar FR/GB

Van FR/GB naar VS

Aflossen oorlogsleningen

Herstelbetalingen

Leningen

5.4 Zwarte Donderdag

Op 24 oktober 1929 slaat de paniek toe op de beurs in New York. Het vormt het begin van een grote economische crisis in de VS en in de rest van de wereld.

Leerdoelen 5.4

4A: Je kunt uitleggen wat de oorzaken en gevolgen waren van de beurskrach in de Verenigde Staten in 1929.

Schulden economie

• Arbeiders kochten producten op krediet om 'mee te kunnen doen'
• Winkeliers ontvingen rente!
• Banken gaven makkelijk leningen, amper controle overheid
• Leningen voor koop aandelen
• Aandelen stegen flink in waarde!
• Schulden werden groot probleem

5.4A

Voortekenen van crisis

• Daling huizenprijzen, zoveel bouw dat er meer aanbod dan vraag was
• Overproductie graan zorgt dat prijzen dalen, investeringen konden niet terugverdiend worden
• Schulden op verschillende leningen liepen hoog op..

5.4A

Oorzaken

• Ernstige economische problemen
• Slechte huizenmarkt, veel mensen met schulden, problemen in de landbouw en een groot verschil tussen arm en rijk
• Beurshandelaren ongerust, verkopen aandelen
• Op 24 oktober: Grote paniek! Beurskrach een feit

5.4A

Gevolgen (4A)

• Amerikanen die geld leende: verloren geld en konden schulden niet terugbetalen
• Banken in problemen en failliet
• Bedrijven kregen geen leningen, moesten bezuinigen
• Enorme groei werkloosheid
• Minder consumptie, dus minder productie, dus krimp economie!

5.4A

5.4A

5.4A

5.4A

Bedenk waarom de economische crisis van 1929 ook wel de 'Grote Depressie' wordt genoemd.

Noem een verschil of overeenkomst met de crisis van 1929 en de laatste economische crisis.

Oorzaken en gevolgen Grote Depressie

Oorzaken

Gevolgen

Slechte huizenmarkt

Hoge werkloosheid

Banken failliet

Aandelen kopen met geleend geld

Bedrijven moeten bezuinigen

Minder consumptie

Overproductie in de landbouw