Herhaling muziekgeschiedenis H7, 9 en 11

Welkom klas 5
-Zijn er vragen over de toets/schoolexamen?
-Vandaag herhalen we de muziekgeschiedenis in vogelvlucht
-En we oefenen met de muziektheorie
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
MuziekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom klas 5
-Zijn er vragen over de toets/schoolexamen?
-Vandaag herhalen we de muziekgeschiedenis in vogelvlucht
-En we oefenen met de muziektheorie

Slide 1 - Diapositive

Moderne Jazz
-Een nieuwe jazzstijl na WOII = BEBOP. Kenmerken zijn een kleine bezetting (ritmesectie, trompet & sax) en snel tempo en snelle akkoordwisselingen.
-Er komen alternatieven voor BEPOP in jaren '50: o.a. de langzamere, mooi verzorgde, relaxte COOLJAZZ. De uitvinder van de COOLJAZZ is Miles Davis
-HARDBOP: meer toegankelijke vorm van Jazz waarin je Rhythm & Blues en gospelmuziek in terug hoort.
-FREEJAZZ: experimentele jazzstijl, nog radicaler van BEPOP. Bij de meest extreme FREEJAZZ lijkt het of iedereen door elkaar heen speelt in een atonale brei (denk aan de avant-garde in de klassieke muziek). 


Slide 2 - Diapositive

Welke moderne Jazz stijl
hoor je hier?
A
Bebop
B
Cooljazz
C
Hardbop
D
Freejazz

Slide 3 - Quiz

Geef 1 reden waarom
dit Latinjazz is
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 4 - Question ouverte

Latinjazz
  • In latinjazz hoor je de Zuid-Amerikaanse ritmes uit dansen als: de samba, de bossa nova, de mambo en de salsa. 
  • Bij latinjazz is de ritmesectie uitgebreid met veel slagwerk: conga's, cowbell, claves, maracas, marimba
  • Latinjazz is een vorm van FUSION waarin Jazz en Latin music worden gecombineerd. 

Slide 5 - Diapositive

Welke kenmerken van SOUL hoor je?

Slide 6 - Carte mentale

Muzikale kenmerken SOUL
1. In soulmuziek spelen blazers mee. Die blazers, meestal saxofoon en trompet, spelen riffs: korte motieven die vaak herhaald worden. 
2. De bassist en de drummer spelen heel strak samen, zonder al te veel poespas; ze begeleiden echt. De gitaar speelt ook heel ritmisch, met korte felle slagen. 
3. Je hoort ook vaak een elektrisch orgel, het hammondorgel. Het orgel speelt ook ritmische lijnen, dus niet de statige, plechtige akkoorden die je verwacht van een van oorsprong kerkelijk instrument. Deze strakke, swingende ritmische basis noem je de groove. De ‘groovy’ begeleiding staat geheel in dienst van de zang. 
4. De zang is heel expressief: net als in de gospel bouwt de zanger op naar een climax waar alles in vuur en vlam gezet wordt, het befaamde ‘house-wrecking’. De achtergrondzangers (m/v) doen mee in een call-and-response en dat helpt om de boel op te zwepen. 

Slide 7 - Diapositive

Welke muziekstijl
hoor je?
A
Soul
B
Funk
C
Jazz
D
Disco

Slide 8 - Quiz

Muzikale kenmerken FUNK
-Groove = strakke ritmische begeleiding
-Funkgroove = nadruk op de 1ste tel, veel herhaling en weinig akkoorden.
-De 1ste tel wordt in de Funk: 'The One' genoemd. Op 'de 1' komen alle ritmische lagen steeds weer samen.
-Alle instrumenten worden gebruikt als ritmische instrumenten
-Voorbeeld: basgitarist slaat op de snaren (= 'slappen') alsof het een ritme-instrument is.
-Blazers spelen korte motieven
-Omdat alle instrumenten vanuit ritme spelen ontstaat er vaak een 'weefsel' van ritmes die complementair zijn.
-Alle instrumenten spelen syncopen. Maar op de 'The One' komt alles weer bij elkaar. 
-Belangrijke artiesten: James Brown en Prince

Slide 9 - Diapositive

Noem een belangrijk muzikaal kenmerk van deze muziek:

Slide 10 - Carte mentale

11.1 REGGAE
-Reggae komt uit Jamaica, ontstaan vanaf 1950 maar pas in jaren '70 populair in het buitenland. 
-Is gekoppeld aan rastafari geloof (in het kort: geloof in betere wereld, broederschap en spirituele kracht)
-Muziek met een boodschap!
-Muzikale kenmerken: laid back (rustig), afterbeat op gitaar of toetsen, bassdrum vaak luid op 3de tel (=one drop). Basgitaar speelt lage riffs met veel rusten. Call & response tussen zanger en backing vocals. 

Slide 11 - Diapositive

Welke muzikale kenmerken uit
de Hiphop hoor je?
Cette vidéo n'est plus disponible

Slide 12 - Question ouverte

11.2 Hiphop
Hiphop wordt ook vaak RAP genoemd. Is essentieel kenmerk. 
Muzikale kenmerken begeleiding:
- Breakbeat = een maat waarin de muziek stopt, maar de beat (drums) doorgaat. 
-Sample = stukje muziek, tekst of geluid dat opnieuw wordt opgenomen en bewerkt. 
-Loop = steeds herhalen van bijv. een sample
-Scratchen = plaat ritmisch heen en weer bewegen

Slide 13 - Diapositive

Sleep naar de goede plek!
grote terts: Cis-F
Fout!
Goed!
grote terts:C-E
Grote secunde: Gis-Bes
Kleine secunde: Dis-E
Reine kwart:
Bes-Es
Kleine terts: G-Ais
Reine kwint: C-G
Reine kwart: F A#

Slide 14 - Question de remorquage

Intervallen benoemen
Stap 1: benoem de notennamen
Stap 2: Tel van de eerste noot (letter) tot de tweede noot (letter), bijvoorbeeld: C-A = 6 (=dus een sext)
Stap 3: Geef het interval een naam (priem, secunde, terts, kwart, kwint, sext, septiem, octaaf)
Stap 4: Is het interval klein, groot of rein?
Van C-As zou een kleine sext zijn, dus C-A = grote sext. 

Slide 15 - Diapositive

Trucje voor bepalen grote of kleine sext / septiem
Zoals je weet heeft een kleine secunde een halve afstand tussen de noten en een grote secunde twee halve afstanden. 
Zoals je weet heeft een kleine terts 3 halve afstanden tussen de noten en een grote terts 4 halve afstanden. 
Secunde - Septiem > kun je spiegelen (bijv. C-D / D-C)
Terts - sext > kun je spiegelen (bijv. C-E / E-C)
Is het groot of klein? DRAAI 'M OM!
Bijvoorbeeld C-B = septiem. Groot of klein? Even omdraaien >
B-C = kleine secunde > Dan is het een groot septiem! 

Slide 16 - Diapositive

De afstand tussen D en Bes is een sext. Is de sext groot of klein? Draai 'm om! Dan is het een......
A
Bes-D = kleine terts, dus het is een grote sext
B
Bes-D = grote terts, dus het is een kleine sext
C
Ik snap hier niets van

Slide 17 - Quiz

De afstand tussen C-B = septiem. Maar is die groot of klein? Draai 'm om!
Dan is het een....
A
B-C = een kleine secunde, dus het is een groot septiem
B
B-C is een grote secunde, dus het is een klein septiem
C
Ik snap het nog steeds niet

Slide 18 - Quiz

De code voor de mineur toonladder is
1 - 1/2 - 1 - 1 -1/2 - 1- 1.
Schrijf de harmonisch mineur toonladder op de toon B op.

Slide 19 - Question ouverte

Wat is de parallel van de toonladder G majeur? (ezelsbruggetje = kleine terts naar beneden!)

Slide 20 - Carte mentale