The Past Simple Q&N Regular Verbs

Hoe maak je in het engels de verleden tijd van een regelmatig werkwoord?
1 / 15
suivant
Slide 1: Question ouverte
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Hoe maak je in het engels de verleden tijd van een regelmatig werkwoord?

Slide 1 - Question ouverte

tapped
tried
cried
had
did
rubbed
stopped
to tap
to try
to cry
to have
to do
to rub
to stop

Slide 2 - Question de remorquage

What is the past simple of
"to hurry"?
A
hurryed
B
hurryd
C
hurried
D
hurrying

Slide 3 - Quiz

What is the past simple of
"to brush"?

Slide 4 - Question ouverte

Vertaal:
Ik heb gisteren geen
voetbal gespeeld.

Slide 5 - Question ouverte

Put in the past simple.
"My parents cook
every weekend".

Slide 6 - Question ouverte

Write in the past simple
(-) they / to follow / the police officer (not short!)

Slide 7 - Question ouverte

Write in the past simple.
(?) to travel / your friend / last year / to Ireland.

Slide 8 - Question ouverte

Make a question.
She loved my friend Sean.

Slide 9 - Question ouverte

Make negative:
I carried the box upstairs
this morning (short!).

Slide 10 - Question ouverte

Hoe vorm je een positieve zin :) in de past simple
+ed
onderwerp
heel werkwoord
.

Slide 11 - Question de remorquage

Hoe vorm je een vraag in de past simple?
Did
onderwerp
heel werkwoord
?

Slide 12 - Question de remorquage

Hoe vorm je een ontkenning in de past simple?
onderwerp
didn't
heel werkwoord
.

Slide 13 - Question de remorquage

Ik snap hoe ik de past simple moet maken en toepassen in een zin
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Sondage

Time to work/homework
  • unit 5.4 exercises 7*
  • Unit 5.5: exercises 3/*/4*/5*
  • study: lesson 2+3+4 + bring Gangsta Granny

Slide 15 - Diapositive