1.1 De opkomst en evolutie van Engelse koloniën deel 2 blz. 12 en 13

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

HC - Het Britse Rijk 1620-1900

2.11.1 De opkomst van Engelse Koloniën

HC -Het Britse Rijk 1620-1900

18 Het begin van de Europese overzeese expansie.

21 De protestantse reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.

25 Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

27 Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.

29 Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.

30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.

31 De industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving.

32 Discussies over de 'sociale kwestie'.

33 De moderne vorm van imperialisme die verband hield met de industrialisatie

34 De opkomst van emancipatiebewegingen

35 Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.

36 De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.

Kenmerkende aspecten bij deze historische context

Waar gaat dit thema over?

HC - Het Britse rijk 1620-1900

1.1 De opkomst en evolutie van Engelse koloniën

Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?

1.2 De Britten in India

Waardoor werd India in de negentiende eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse rijk (1765-1885)?

1.3 Een industrieel en machtig Brits rijk

Welke rol speelden koloniën in de sociaaleconomische ontwikkelingen in Groot-Brittannië (1750-1900)?

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?

1.13. Waarom kwamen er in het zuiden van Noord-Amerika zoveel plantagekoloniën?

• Het klimaat leende zich er goed voor.

1.16. Waren er ook slaven in het noorden van Noord-Amerika?

• Ja, want ook daar was behoefte aan arbeidskrachten. Er waren wel aanzienlijk minder slaven dan in het zuiden van Noord-Amerika.

Terugblik

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?

Behalve in Noord-Amerika was Engeland ook erg geïnteresseerd in het Caraïbische gebied en Zuid-Amerika.

• Caraïbisch gebied bekend door driehoekshandel

• 1618 - oprichting Guinea Compagnie, later opgevolgd door de Royal African Compagnie (RAC). 
• Monopolie op handel met West-Afrikaanse kust, dus ook in handel met mensen.

• Enorme winsten -->  Engelse kolonisten trekken in 17e eeuw ook naar dit gebied.

• Engelse aanwezigheid wordt uitgebreid met extra kolonies--> Barbados, Jamaica (veroverd op Spanjaarden) 

Het winstgevende Caraïbische gebied

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?

De plantagekoloniën die de Engelsen stichtten in het Caraïbische gebied waren erg arbeids- en kapitaalintensief.

• Kapitaalintensief--> investering in suikerplantage:
• - importeren suikerplanten
• - importeren slaaf gemaakten
• - bouw suikermolens en andere gebouwen.

• Arbeidsintensief--> investeerders niet te vinden op plantages --> leven was zwaar en gevaarlijk --> 
• - tropische ziekten
• - aanvallen inheemse van bevolking of andere Europese landen.
• - 1 op de 5 Europeanen stierf in periode 1700-1750

• Gevolg -->
• grootste deel bevolking bestond uit slaaf gemaakten of afstammelingen daarvan. 

Het winstgevende Caraïbische gebied

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?

• 1.17 Waarom waren de Engelsen ook geïnteresseerd in kolonisatie van de Cariben en Zuid-Amerika? Geef twee redenen.
• 1. Ze kenden het gebied al van de driehoekshandel; 2. Het Caraïbische klimaat leende zich goed voor plantagekoloniën. De producten van deze plantages leverden veel geld op in Europa

• 1.18 Waarom verbleven investeerders in plantagekoloniën nooit op de plantages zelf?
  
• Het leven was er zwaar en gevaarlijk; slechts één op de vijf kolonisten overleefde het.

Vragen

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?

Eind 17e eeuw begonnen de Engelse koloniën zich steeds meer te zien als zelfstandige landjes, onder Britse heerschappij.

• Koloniën in verhouding tot oude wereld zeer egalitair, geen standenmaatschappij. 
• wel ongelijkheid: wit(vrij) en zwart(onvrij)

• Koloniën werden ook anders bestuurd:
• - In 1619 al verkiezingen in Jamestown (vrije mannen)
• - Koloniën maakten eigen wetten. (mochten niet in strijd zijn met Engels recht, maar wie ging dat controleren?)
• - in de praktijk grote mate van zelfbestuur per kolonie.

De spanning tussen Engeland en de koloniën stijgt

Impressie van Jamestown

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?

Eind 18e eeuw wilde Engeland haar greep op de koloniën verstevigen. Zowel politiek als economisch

• Reden:
• - Geldnood na oorlog

• 2 oplossingen voor geldnood:
• -  Verplicht kopen Engelse producten(mercantilisme)
• -  Nieuwe/hogere belastingen via Acts 
•  Sugar Act/Stamp Act

• Nodig voor de uitvoering van deze oplossingen?
• - grotere aanwezigheid van ambtenaren, soldaten + oorlogsschepen.
• Waar leidt dit toe?

De spanning tussen Engeland en de koloniën stijgt

Ook wel Zegelwet

Engelse wet met belasting op officiële documenten die werd opgelegd aan de Britse koloniën in Amerika, 1765.

1.1 Op welke manieren ontwikkelden de Engelse koloniën zich in de beide Amerika's (1585-1833)?

• 1.20 Waarin verschilden de samenlevingen in de koloniën van die van Europa?
  
• De koloniale samenlevingen waren veel gelijkwaardiger. In Europa waren er vooral nog steeds veel standensamenlevingen te vinden.

• 1.22 Op welke twee manieren probeerde Engeland meer te verdienen aan de Amerikaanse koloniën

• 1. Door de koloniën te verplichten alleen nog producten van Engelse handelaren te kopen; 2. Door het invoeren van allerlei belastingwetten, zoals de belasting op suiker en de zegelwet.

Vragen

Veel succes!

AAN DE SLAG!

Wat?	Maken opdracht 1.17 t/m 1.23 op blz. 12 en 13
Waarom?	Zo begrijp je de leerdoelen beter
Hoe?	Lees de teksten, gebruik je aantekeningen en maak de vragen
Hulp?	Rood= stilte, geen vragen Oranje= stilte, je mag vragen stellen aan mij Groen= zachtjes overleggen met je medeleerling NAAST je
Klaar?	Lees anders blz. 14 en 15 alvast door