Communicatie les 1 | 03 oktober

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Introduction

Uitleg bij §1 van het Thema media. Methode: Thema's Maatschappijleer

Communicatie

In deze les

• Instructie
  
• Filmpjes
• Opdrachten
• Spelletjes
  
  Aan het einde van de les heb je geleerd over communicatie
  

Vorm een 2-tal

Ga met de rug tegen
elkaar zitten.

Vertel de ander wat je ziet

en laat de ander dit
tekenen op het witte
blaadje.

 

Ander 2-tal.

1 persoon doet de blinddoek om.

Rondje door de school, nr. 2 communiceert, stuurt en leidt.  
 

Communicatie

Communiceren

ewelkW

Zender

Ontvanger

het doorgeven en ontvangen van informatie

Informatie

Middel

Alle gesprekken die je voert, via welk middel dan ook, is een vorm van communicatie. Wij communiceren tegenwoordig heel vaak via een medium.

Grote vraag

Hoe kun je weten of de informatie

die je hoort | leest | ziet,
betrouwbaar is?

Teks

Communicatie

Je communiceert voortdurend op allerlei manieren.

Twee manieren daarvan zijn:

1. Non-verbaal of verbaal
2. Persoonlijk of massaal

Non-verbaal of verbaal

Je lichaam spreekt met anderen:
 Gevoelens, gedachten, houding en uitstraling zijn vaak aan de 'buitenkant' te zien.
Dit is non-verbale communicatie.

Spreken of schrijven noemen we verbale communicatie

Persoonlijk of massaal

1. Persoonlijke communicatie:
   Je hebt 1 zender en 1 ontvanger
   
   
2. Massacommunicatie: 
   Openbare communicatie met grote groepen mensen
   
   
3. Massamedia: 
   Bereikt grote  groepen mensen (bijv. Amber Alert)

Waar gebruiken we media voor?

Waar gebruiken we media voor?

Kennis en nieuws

Ontspanning

Contact

Identiteit

Mediawijsheid

• Wanneer ben je mediawijs?
  

00:10

Welke media gebruiken jullie?

00:59

Welke functie van mediagebruik komt hier vooral naar voren?

1. kennis en nieuws
2. ontspanning
3. sociaal contact
4. identiteit

Influencers, vlogs, social media

Gaan we het nog wel een keer over hebben. 

Nu eerst een opdracht.

Everyone smiles in the same language

Stel jezelf kort voor in het Nederlands, in 3 - 5 zinnen.
Wees uniek en vertel iets nieuws over jezelf.

Doe dit vervolgens ook in 2 andere
Europese talen en in één
niet-Europese taal. 

Maak bijv. gebruik van Google Translate. 

Let's go

Je krijgt 15 minuten de tijd om voor te bereiden.

Daarna sluiten we de les af met onszelf voorstellen in 4 verschillende talen!