Dinsdag 30 november CEA2a

1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wat is het meervoud van de familie?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het meervoud van het toetsenbord?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het meervoud van de alinea?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Wat is het meervoud van de stoel?

Slide 18 - Question ouverte

Wat is het meervoud van de stift?

Slide 19 - Question ouverte

Wat is het meervoud van de jongen?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is het meervoud van het huis?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is het meervoud van het bord?

Slide 22 - Question ouverte

Wat is het meervoud van de zebra?

Slide 23 - Question ouverte

Wat is het meervoud van het grapje?

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Diapositive

Grammatica = klaar

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Wat voor soort snoepgoed hoort bij
het Sinterklaasfeest?

Slide 35 - Question ouverte

Welke specerijen zitten er in speculaaskruiden? (meerdere antwoorden zijn goed)
A
Peper
B
Nootmuskaat
C
Kruidnagel
D
Kaneel

Slide 36 - Quiz

Hoeveel chocoladeletters eten we per jaar in Nederland? (met alle mensen samen)

A
Meer dan 1 miljoen
B
Meer dan 10 miljoen
C
Meer dan 20 miljoen
D
Meer dan 30 miljoen

Slide 37 - Quiz

Waar werden vroeger letters van gemaakt?
A
Gehakt
B
Chocolade
C
Wortels
D
Brooddeeg

Slide 38 - Quiz

Wat wenst Sinterklaas je als hij je een varken van marsepein geeft?
A
Veel geluk
B
Beterschap
C
Veel gaatjes in je tanden door zoveel suiker
D
Succes met opeten

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Lien