Volksverhalen sage en legende

Volksverhalen 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Volksverhalen 

Slide 1 - Diapositive

Wat is ook alweer een volksverhaal?

Slide 2 - Carte mentale

Een volksverhaal is een verhaal dat mondeling wordt doorverteld. Het is een verzamelnaam. Onder volksverhalen vallen sprookjes, sages, mythes, legendes én broodjes aap (alle bovenstaande voorbeelden zijn dus volksverhalen). Maar onder volksverhalen vallen ook bekende moppen en raadsels.

Slide 3 - Diapositive

Lesdoel:
Ik kan de verschillen benoemen tussen een legende, mythe, sage en sprookje.
Ik kan mij verplaatsen in de tijd waar volksverhalen hun oorsprong kennen.

Slide 4 - Diapositive

Legende
Mythe
Sage
Sprookje
Heiligen
Spoken, Heksen, Tovenaars, Duivels
Bijzondere mensen en Magische wezens
Goden en Mythische wezens

Slide 5 - Question de remorquage

Legende
Mythe
Sage
Sprookje
Religieus
gruwelijke sfeer
Aanbidden van goden
Botsing tussen magisch en menselijke, happy endig

Slide 6 - Question de remorquage

Slide 7 - Diapositive

Welke gedachten komen bij je omhoog bij het zien van het plaatje?

Slide 8 - Carte mentale

Witte wieven

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Wat voor een volksverhaal is het verhaal over de Witte Wieven
A
Mythe
B
Sage
C
Legende
D
Sprookje

Slide 11 - Quiz

Wat is een sage?
Een sage is een traditioneel volksverhaal dat zich afspeelt op een bekende plaats en op een bekend moment. De sage is  een kortere vertelling dan een sprookje en behandelt een bepaalde vorm van volksgeloof. Sagen bevatten veel angstaanjagende, bovennatuurlijke elementen en vertellen bijvoorbeeld over heksen, tovenaars, spoken, weerwolven, over reuzen, kabouters, nachtmerries, Witte Wieven, duivels en dergelijke. Sagen kunnen ook vertellen over moedige en sterke helden, over geduchte rovers, onderaardse gangen, verborgen schatten en bodemloze putten.

De kenmerken van een sage zijn:
  • verhaal ontstaan uit mondelinge overlevering
  • het verhaal is een beetje overdreven
  • speelt zich af op een bekende plaats en op een bekend moment. 
  • vaak speelt volksgeloof een rol




Mariken van Nieumegen
(Sint) Joris en de draak
Het verschil tussen een legende, mythe en sage
De termen legende, mythe en sage worden vrij vaak door elkaar gebruikt. Om toch een onderscheid te maken:
Spelen (half)goden een rol dan heb je te maken met een mythe, spelen heiligen een rol dan is het een legende.
Is er een duidelijke tijds- of plaatsbepaling dan is het een legende of sage, voeg daarbij een heilige en je hebt een legende.








Slide 12 - Diapositive

Wat is een legende?
Een legende is een verhaal dat gaat over een heilig persoon maar een legende kan ook op iets gebaseerd zijn wat echt gebeurd is. Een heilig persoon is iemand die andere mensen goed recht wil aandoen. In legendes worden vaak allerlei wonderen beschreven. Legendes worden doorverteld aan elkaar en beschreven als waargebeurde verhalen, al is niet bewezen dat ze echt gebeurd zijn.

De kenmerken van een legende zijn:
  • vooral ontstaan in de middeleeuwen
  • heiligen, heilige voorwerpen of wonderen zijn het thema
  • er is een vrij duidelijke tijds- en plaatsbepaling

Het woord ‘legende’ wordt steeds meer gebruikt voor personen waartegen veel mensen opkijken. Zo ontstaan er legenden rond Elvis en vele anderen.
Mariken van Nieumegen
(Sint) Joris en de draak



Slide 13 - Diapositive

Het verschil tussen een legende, mythe en sage

De termen legende, mythe en sage worden vrij vaak door elkaar gebruikt. Om toch een onderscheid te maken:
  • Spelen (half)goden een rol dan heb je te maken met een mythe, spelen  heiligen een rol dan is het een legende.
  • Is er een duidelijke tijds- of plaatsbepaling dan is het een legende of sage, voeg daarbij een heilige en je hebt een legende.

Slide 14 - Diapositive

Opdracht
  • Luister naar de legende.
  • Wie zijn de hoofdpersonen in het verhaal?
  • Zijn er nog andere personen die een belangrijke rol spelen?
  • Wat zijn de belangrijkste gebeurtenissen?
  • Wat zijn de verhaalkenmerken?

Geef eerst antwoord op deze vragen en schrijf ze boven aan je blaadje.
Daarna maak je een samenvatting van het verhaal.


Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

  • Vertel het verhaal na in je eigen woorden. 
  • Het moet voor iemand die het niet kent, duidelijk zijn waar het over gaat.
  • Geef duidelijk aan of het een sage of een legende is en waarom je dat denkt.
  • Klaar? Lees de tekst nog eens goed door. Heb je hoofdletters en punten niet vergeten?
  • Zijn het heldere duidelijke zinnen?
  • Zet de spellingchecker aan en verbeter waar nodig.

  • Maak de samenvatting in Word.

Slide 17 - Diapositive