2.2 Armoede en rijkdom in de Verenigde Staten
1 / 18
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Heb je §2.2 gelezen?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quiz
Wat betekent human development index (hdi)?
A
Het ontwikkelingspeil van een land op basis van het bruto nationaal product
B
Het ontwikkelingspeil van een land op basis van het bnp, de levensduur en het analfabetisme.
C
Het ontwikkelingspeil van een land op basis van het bbp, de levensverwachting en het alfabetisme.
D
Het ontwikkelingspeil van een land op basis van het bnp, de levensverwachting en het analfabetisme.
Slide 4 - Quiz
Wat is globalisering?
A
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie.
B
Het doorgaande proces van nationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie.
C
Het eenmalige proces van internationale uitwisseling van mensen, goederen, geld en informatie.
D
Het doorgaande proces van internationale uitwisseling van goederen en geld.
Slide 5 - Quiz
Wat is de Lorenzcurve?
A
Grafiek die de inkomensongelijkheid in een land berekent.
B
Grafiek die de inkomensongelijkheid in een land weergeeft.
C
Grafiek die de inkomensgelijkheid in een land weergeeft.
D
Grafiek die de inkomensongelijkheid in een gebied weergeeft.
Slide 6 - Quiz
Wat is de armoedegrens?
A
Het inkomen dat je maximaal nodig hebt om te kunnen voorzien in je behoefte aan voedsel, kleding, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.
B
Het inkomen dat je minimaal nodig hebt om te kunnen voorzien in je behoefte aan voedsel.
C
Het inkomen dat je minimaal nodig hebt om te kunnen voorzien in je behoefte aan voedsel, kleding, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.
D
Het geld dat je minimaal nodig hebt om te kunnen voorzien in je behoefte aan voedsel, kleding, huisvesting, gezondheidszorg en onderwijs.
Slide 7 - Quiz
Wat is het bruto nationaal product (bnp)?
A
De waarde van alle goederen en diensten die in een land worden gemaakt in één jaar.
B
De waarde van alle goederen en diensten die in een land,in één jaar worden geproduceerd.
C
De waarde van alle goederen die in een land worden gemaakt in één jaar.
D
De waarde van alle diensten die in een land worden gemaakt in één jaar.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Waarom leidt globalisering tot meer inkomen en meer werkloosheid?
timer
1:00
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Slide 14 - Diapositive
Waarom loopt de lorenzcurve van Amerika krommer dan die van Nederland?
timer
1:00
