Nederlands klas 3 SKL les 2

Tekstdoelen
1 / 17
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Tekstdoelen

Slide 1 - Carte mentale

Tekstdoelen
Informeren                              Overtuigen
Amuseren                  Mening geven
Overhalen
Activeren

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Wat is het 'tekstdoel' van dit filmpje?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Wat is het 'tekstdoel' van dit filmpje?

Slide 6 - Question ouverte

Wat kun je zeggen over de houding/taalgebruik/lichaamstaal van de sollicitant?

Slide 7 - Question ouverte

Welke 3 manieren van beeldgebruik zijn er?

Slide 8 - Question ouverte

Beeldgebruik
Versierend
Ondersteunend
Aanvullend

Slide 9 - Diapositive

Wanneer het beeldgebruik ondersteunend is dan
A
zorgt het ervoor dat het leuk uitziet
B
legt het iets extra uit
C
vult het de info aan

Slide 10 - Quiz

Wanneer het beeldgebruik versierend is dan
A
Legt het iets extra uit
B
Zorgt het ervoor dat het er leuk uitziet
C
Geeft het extra info

Slide 11 - Quiz

Vragen stellen
Open vragen
Gesloten vragen
Doorvragen

Slide 12 - Diapositive

Een voorbeeld van een open vraag is...
A
Hoe vaak ben jij zelf gaan zwemmen?
B
Denk je nooit: ik ben er klaar mee?
C
A en B zijn geen voorbeelden van een open vraag.

Slide 13 - Quiz

Wat is een voorbeeld van
een open vraag?
A
Hoe laat begint de les?
B
Vind jij dat ook zo'n gaaf shirt?
C
Ben je meegegaan?

Slide 14 - Quiz

Wat zijn open vragen?
A
Vragen die met ja of nee beantwoord kunnen worden.
B
Beginnen vaak met wat, waarom, wie, welke of wanneer.
C
Zijn bedoeld als openingszin.
D
Geven beperkt ruimte om te antwoorden

Slide 15 - Quiz

Wat betekent gesloten vraag?
A
een dichte vraag
B
een moeilijke vraag
C
een vreemde vraag
D
een vraag waarop je ja of nee antwoordt

Slide 16 - Quiz

Wat is een gesloten vraag?
A
Ben jij morgen jarig?
B
Vier je morgen je verjaardag?
C
Waarom vier je morgen je verjaardag niet?
D
Hoe vind je het nu je je verjaardag niet kan vieren door corona?

Slide 17 - Quiz