A1A Woordsoorten H3 pers. en bez. vnw

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Huiswerk nakijken

H1, gr.ws opdr. 1

H2, gr. ws opdr. 1 t/m 3

Lesdoelen:

• Herhaling: lw, zn en bn

Ik kan / weet:

• persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden herkennen en gebruiken.

Wat weet je van ...?

• lidwoord ~ bepaald en onbepaald
• zelfstandig naamwoord
• bijvoeglijk naamwoord

Schrijf zelf van elk onderdeel minstens 2 dingen op.

Deel dan jouw antwoorden met je buurvrouw / -man.

Persoonlijk voornaamwoord

Schrijf op wat jij weet of denkt dat een persoonlijk voornaamwoord is.

Persoonlijk voornaamwoord (pers. vnw)

• duidt een persoon of ding aan.
• kan je vervangen door hij/zij of hem/haar

Bezittelijk voornaamwoord

Schrijf op wat jij denkt of weet wat een bezittelijk voornaamwoord is.

Bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw)

• geeft aan van wie iets is. 
• staat altijd voor het zelfstandig naamwoord (zn)
• kan je vervangen door zijn. 

Oefenen

We maken opdracht 1 van hoofdstuk 3 grammatica woordsoorten.

Zodra je hiermee klaar bent, ga je verder met opdracht 2 en 4. (huiswerk)

Het is jouw boek.

Jouw =

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord

Mijn fiets is gestolen.

Mijn =

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord

Is 'mij' persoonlijk of bezittelijk:
Dat boek is van mij.

1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord

Jullie toetsen zijn bijna nagekeken.

Is 'jullie' een bezittelijk of een persoonlijk voornaamwoord?

1. bezittelijk voornaamwoord
2. persoonlijk voornaamwoord

Ik kan een persoonlijk voornaamwoord herkennen en gebruiken.
0 = nog helemaal niet / 10 = dit lukt ontzettend makkelijk

010

Ik kan een bezittelijk voornaamwoord herkennen en gebruiken.
0 = nog helemaal niet / 10 = dit lukt ontzettend makkelijk

010

Hoe heb je vandaag in de les gewerkt?

😒🙁😐🙂😃

Huiswerk

Ma 21-3-22:

lezen H4 woordsoorten theorie

H3 grammatica woordsoorten

maken opdracht 1, 2 en 4

do 24-3-22:

H4 grammatica woordsoorten 

maken opdracht 1 t/m 3