1. Wereldwijd verbonden

Dit hoofdstuk: Nederland en de Wereld
Wereldwijd verbonden:
Wat is globalisering?
Wat zijn gevoelsbindingen?
Wat zijn kennisbindingen?
Wat zijn economische bindingen? 
Wat zijn politieke bindingen?
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Dit hoofdstuk: Nederland en de Wereld
Wereldwijd verbonden:
Wat is globalisering?
Wat zijn gevoelsbindingen?
Wat zijn kennisbindingen?
Wat zijn economische bindingen? 
Wat zijn politieke bindingen?

Slide 1 - Diapositive

1. Wereldwijd verbonden

Slide 2 - Diapositive

Wereldwijd verbonden

Slide 3 - Diapositive

Noem drie voorbeelden uit jouw leven waaruit blijkt dat jij verbonden bent met de wereld

Slide 4 - Question ouverte

"kleinere wereld"
  • Globalisering; Mensen zijn steeds meer met elkaar verbonden.
  • Wereldburgerschap; Nieuwsgierigheid naar andere landen en betrokkenheid met de mensen daar

Slide 5 - Diapositive

Voel jij je een wereldburger?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Gevoelsbindingen
  • Voordeel: Contact met de hele werled
  • Nadeel: Je voelt en ziet de ellende en verdriet van mensen over de hele wereld

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Economische bindingen
  • Handel
  • Voordeel: Goedkope spullen
  • Snellere levering
  • Nadeel: in Nederland daardoor minder werk

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Vidéo

Kennisbindingen
  • Voordeel: Kennis delen, Informatie verzamelen
  • Nadeel: Grotere ongelijkheid

Slide 14 - Diapositive

Politieke bindingen
  • Voordeel: Samenwerken bij oplossingen van problemen
  • EU-VN
  • Internationale afspraken
  • Nadeel: je moet je er aan houden!

Slide 15 - Diapositive

Veel westerse landen laten hun producten maken in lagelonenlanden.

Wat is hier een voordeel van?

Slide 16 - Question ouverte

Veel westerse landen laten hun producten maken in lagelonenlanden.

Wat is hier een nadeel van?

Slide 17 - Question ouverte

Door de globalisering is de internationale handel toegenomen.

Dit is een voorbeeld van:
A
Gevoelsbindingen.
B
Kennisbindingen.
C
Economische bindingen.
D
Politieke bindingen.

Slide 18 - Quiz


Wikipedia is een mooi voorbeeld van globalisering op het gebied van:
A
Gevoelsbindingen.
B
Kennisbindingen.
C
Economische bindingen.
D
Politieke bindingen.

Slide 19 - Quiz

Veel jongeren gaan na hun studie een (half)jaartje ‘backpacken’ in Australië en Azië. Via internet houden zij dan hun ouders en vrienden op de hoogte. Dit is een voorbeeld van:
A
Gevoelsbindingen.
B
Kennisbindingen.
C
Economische bindingen.
D
Politieke bindingen.

Slide 20 - Quiz

De EU-landen zijn bij elkaar gekomen om te overleggen over klimaatveranderingen.
Hier is vooral sprake van:

A
Gevoelsbindingen.
B
Kennisbindingen.
C
Economische bindingen.
D
Politieke bindingen.

Slide 21 - Quiz

Welke stelling is juist?
1. Een wereldburger is nieuwsgierig naar andere landen en betrokken bij de mensen die daar wonen.
2. Iemand die via webshops in verschillende landen spullen koopt, is een wereldburger.
A
Alleen stelling 1 is juist.
B
Alleen stelling 2 is juist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 22 - Quiz

Dit hoofdstuk: Nederland en de Wereld
Wereldwijd verbonden:
Wat is globalisering?
Wat zijn gevoelsbindingen?
Wat zijn kennisbindingen?
Wat zijn economische bindingen? 
Wat zijn politieke bindingen?

Slide 23 - Diapositive

Maken
  • Bladzijde 90 en verder
  • Maken opdracht 5,6,7,10

Slide 24 - Diapositive