Leren Delen en vermenigvuldigen

Wat weten we nog??
Wat weten we nog?
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsVoortgezet speciaal onderwijsLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Wat weten we nog??
Wat weten we nog?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je nog?
15 + 5 x 2 + 32 - (6 - 3) : 1 
1. ( ........)  uitrekenen
2.  machten en wortels uitreken
3. delen en vermenigvuldigen
4. plus en min
(6-3) = 2      15 + 5 x 2 + 32 - 2 : 1
32 =     9       15 + 5 x 2 +  9  - 2 : 1
5 x2  = 10      15 +   10   +   9 - 2 : 1   
2 : 1 =    2        15 +   10  +    9 - 2
15 + 10 = 25 + 9 = 34 + 1 = 35 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Los op

Welk getal hoort bij het vraagteken '?' te staan?





gebruik kladpapier

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Splitsen
Omkeren
Vergroten
Verkleinen
Cijferen
Grote getallen
Handig rekenen

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Als ik het VERSCHIL van twee getallen wil weten dan moet ik
A
optellen
B
aftrekken
C
breuken
D
delen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De verhouding tussen twee getallen betekent
A
vermenigvuldigen
B
optellen
C
delen
D
vereenvoudigen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het PRODUCT van twee getallen betekent dat je ze moet
A
vermenigvuldigen
B
optellen
C
delen
D
vereenvoudigen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Methodes voor handig rekenen bij DELEN

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken nu uit door zelf de getallen te vergroten of verkleinen: 84 : 14 = ?
(alleen getal invullen + gebruik kladpapier)

Slide 9 - Question ouverte

84 : 14 = 6 omdat 6 x 14 = 84
Twee manieren om te delen
In de volgende slides zie je drie manieren om te delen:
Kijk wat voor jou het beste werkt!

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Haakdeling (cijferend rekenen)
3
3
3
-/-
-/-
-/-

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staartdeling (cijferend rekenen)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Splitsen van getallen 66 : 3
Stap 1
Splits het eerste getal: 66 splits je in 60 en 6.

Stap 2
Reken de delingen uit.
   60 : 3 = 20   (klopt? Ja, omdat 3 x 20 = 60)
     6 : 3 =    2   (klopt? Ja, omdat 3 x 2 = 6)

Stap 3
Tel de uitkomsten op.
   20 + 2 = 22  klopt? Ja, omdat 3 x 22 = 66)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Methodes voor handig rekenen bij
VERMENIGVULDIGEN

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cijferend vermenigvuldigen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Splitsen van getallen bij 7 x 34
Stap 1
Splits één van de getallen in tientallen en eenheden.
34 splits je in 30 en 4

Stap 2
Vermenigvuldig met het andere getal.
7×30=210 / 7×4=28

Stap 3
Tel de uitkomsten op.
210 + 28 = 238


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken uit door middel van splitsen of cijferend vermenigvuldigen:
57 x 9 = ?
(noteer alleen je antwoord en gebruik kladpapier)

Slide 17 - Question ouverte

9 x 50 = 450
7 x 9  =     63
_______________
               513


Stap 1 Vergroot één van de getallen en verklein het andere getal

Stap 2 Vermenigvuldig de nieuwe getallen.
5 × 16 =


5   ×    16 =
↓ ×2     ↓ :2
10    ×    8 =


10 x 8 = 80  
5 × 16 = 80
Vergroten of verkleinen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken uit met vergroten of verkleinen:
4 x 18 = .....
(alleen een getal invullen en gebruik kladpapier en )

Slide 19 - Question ouverte

bv :2     en x2

4:2 = 2      en 2 x 18 = 36
2 x 36 = 72 
Reken nu uit (kies jouw methode):
25 x 67 = .....
(noteer allen een getal en gebruik kladpapier)

Slide 20 - Question ouverte

20 x 7 =      140
20 x 60 = 1200
5 x 60   =   300
5 x 7    =     35  +/+

60 x 25 = 1500
7   x 25 =   175+/+
1675



Stap 1
Streep de nullen in de getallen weg:   
Stap 2
Vermenigvuldig de nieuwe getallen:    Stap 3
Zet alle nullen terug in de uitkomst: 
.In 3.000 en 6.000 heb je 3 nullen weggestreept 

3.000 × 6.000 =


3.000 × 6.000

3 × 6 = 18

Je zet 3 + 3 = 6 nullen terug
18.000.000
Vermenigvuldigen van grote getallen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken nu zelf uit (kies je eigen methode):
45 : 3 =...............
(vul alleen een getal in en gebruik een klad )

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions



Stap 1
Vergroot (of verklein) beide getallen.

Stap 2
Deel de nieuwe getallen

135 : 5 =

135   :   5 =
  ↓ ×2     ↓ ×2
 270  :   10 =


270 : 10 = 27

  
Vergroten van de getallen (verkleinen werkt hetzelfde)

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken nu zelf uit door middel van een haakdeling of een staartdeling (gebruik kladpapier):
324 : 9 =

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions




Stap 1 Deel beide getallen door hetzelfde getal (tiental, honderdtal, enz.)

Stap 2 Deel de nieuwe getallen.

45.000 : 900 =


45.000  :  900 =
↓ : 100     ↓ : 100
450    :   9 =

450 : 9 = 50


Delen met grote getallen

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reken uit met kleiner maken van de getallen:
72.000 : 900 =
(noteer alleen een getal en gebruik kladpapier)

Slide 26 - Question ouverte

72.000 : :100 = 720  en 900: 100 = 9   
720 : 9 = 80


Splitsen
Omkeren
Vergroten
Verkleinen
Cijferen
Grote getallen
Wat weet je nog niet?

Slide 27 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions