persoonlijk voornaamwoorden naamvallen

Kapitel 2: Persoonlijk vnw in de 1e-3e-4e naamval 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Kapitel 2: Persoonlijk vnw in de 1e-3e-4e naamval 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het 
Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 1e naamval
timer
2:00
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie

Slide 4 - Question de remorquage

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het
Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval 
timer
2:00
u
haar
hem
het
jou
ons
jullie
hen
mij
Sie
uns
ihn
euch
dich
sie
es
sie
mich

Slide 5 - Question de remorquage

Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord in de 3e naamval
timer
2:00
mij
jou
hem
jullie
haar
ons
het
hen
u
mir
uns
ihm
ihm
ihr
dir
euch
ihnen
Ihnen

Slide 6 - Question de remorquage

Ich besuche (haar) jeden Tag.
A
sie
B
ihr
C
Sie
D
euch

Slide 7 - Quiz

(Ik)... gehe zum Arzt.
A
ich
B
mir
C
mich

Slide 8 - Quiz

Die Dozentin schickt (hem)... einen Brief.
A
er
B
ihm
C
ihn
D
ihnen

Slide 9 - Quiz

Wenn hast........ (jij) gesehen?
A
du
B
dir
C
dich

Slide 10 - Quiz

Mein Hund gibt (hem) einen Knochen (bot).
A
ihr
B
ihm
C
sie
D
ihn

Slide 11 - Quiz

(mij) siehst du nicht in einem Riesenrad.
A
ich
B
mir
C
mich

Slide 12 - Quiz

Wat zijn alle persoonlijke voornaamwoorden van de derde naamval nog eens?

Slide 13 - Carte mentale

Mein Vater ruft (mij) an (anrufen= bellen)
A
ich
B
mich
C
mein
D
mir

Slide 14 - Quiz

(jullie) seid immer in der Stadt und nicht in der Schule.
A
sie
B
ihnen
C
ihr
D
euch

Slide 15 - Quiz

Wat zijn alle persoonlijke voornaamwoorden van de vierde naamval nog eens?

Slide 16 - Carte mentale

Lernziele:

Ik kan de juiste Personalpronomen vertalen en toepassen
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage