Kraamzorg 3 - Les 5

Kraamzorg
Wiegendood - SIDS
Veiligheid rondom het huis
Meldcode kindermishandeling
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Kraamzorg
Wiegendood - SIDS
Veiligheid rondom het huis
Meldcode kindermishandeling

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Hoe noem je deze zwelling?
A
Caput succedaneum
B
Cefaal hematoom
C
Icterus
D
Spruw

Slide 3 - Quiz

Het verschil tussen een cefaal hematoom en het caput succedaneum is?
A
Caput succedaneum zit dieper
B
Caput succedaneum is een bloeding
C
Cefaal hematoom is m.n. vocht
D
Cefaal hematoom is een bloeding

Slide 4 - Quiz

Pathologische icterus is vooral gevaarlijk voor:
A
Het bloed
B
De hersenen
C
De lever
D
De ogen

Slide 5 - Quiz

Geef een advies om tepelkloven te voorkomen

Slide 6 - Question ouverte

Wiegendood - SIDS

Slide 7 - Diapositive


Wat is wiegendood?

Het begrip wiegendood, ook wel 'Sudden Infant Death Syndrome' (SIDS), betekent een plotselinge en onvoorziene dood van een ogenschijnlijk gezond kind. Over de oorzaken van wiegendood is nog veel onduidelijk, maar door onderzoek weten we inmiddels veel over de omstandigheden waaronder wiegendood zich voordoet. Er zijn een aantal risicofactoren. 
Sommige daarvan zijn niet te beïnvloeden, zoals het mannelijke geslacht, vroeggeboorte, laag geboortegewicht, meerlingen of jeugdig moederschap, maar een heleboel factoren heb je wel in de hand: 

Slide 8 - Diapositive

1. Op de rug slapen
2. Warmtestuwing
3. Samen slapen
4.Roken
5. Borstvoeding
6.Fopspeen
7. Medicijnen

 



















Factoren waar je wel invloed op hebt:

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Veiligheid rondom het huis
Opdracht: Pleegzorg belt, vanaf morgen krijg je een dreumes in huis van 1,5 jaar oud. Haal wat te drinken, loop een rondje door je huis en bedenk tenminste drie aanpassingen om het veiliger te maken.

Slide 11 - Diapositive

Veiligheid - aanpassingen

Slide 12 - Carte mentale

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

De verantwoordelijkheden van jou als verzorgende,
verpleegkundige en verpleegkundig specialist
Bij het signaleren en aanpakken van huiselijk geweld en kindermishandeling mag van jou als verpleegkundige,
verzorgende of verpleegkundig specialist worden verwacht dat je:
• alert bent op risicofactoren en signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling;
• actuele kennis hebt over risicofactoren en over signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling
en dat je deze kennis op peil houdt;
• over vaardigheden beschikt om gesprekken te voeren met alle betrokkenen bij de kindermishandeling
of het huiselijk geweld en met andere beroepskrachten en dat je deze vaardigheden onderhoudt;
• de V&VN Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling en de meldcode van je eigen instelling
kent en deze, bij signalen van kindermishandeling of huiselijk geweld, toepast om zo over de te zetten
stappen zorgvuldig te besluiten. 

Slide 15 - Diapositive

Stap 1: Het in kaart brengen van signalen
Breng de signalen die een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling bevestigen of ontkrachten in kaart en leg deze vast in het verpleegkundig - of zorgdossier.
Beschrijf de stappen die je hebt gezet en de besluiten die worden genomen.
Leg ook vast wie je hebt geraadpleegd en wat je in dit overleg hebt afgesproken. 

Slide 16 - Diapositive

Een kind vertelt je dat zij regelmatig geslagen wordt. Dit moet gelijk gemeld worden bij Veilig Thuis
Waar
Niet waar

Slide 17 - Sondage

Als verzorgende ben je ook verantwoordelijk voor de kinderen van je zorgvrager
Waar
Niet waar

Slide 18 - Sondage

Stap 2: Collegiaal advies en advies van Veilig Thuis of een deskundige op het gebied van letselduiding.
Bespreek de signalen met de aandachtsfunctionaris kindermishandeling / huiselijk geweld van je organisatie, een deskundige collega, of een leidinggevende.
Vraag zo nodig advies aan Veilig Thuis.
Raadpleeg daarnaast zo nodig een deskundige op het gebied van letselduiding, zoals een kinderarts of een forensisch geneeskundige.

Slide 19 - Diapositive

Bij onenigheid over advies inwinnen bepaalt de arts of de leidinggevende
Waar
Niet waar

Slide 20 - Sondage

Stap 3: Gesprek met de zorgvrager
Bespreek de signalen met de zorgvrager.
Heb je ondersteuning nodig bij het voorbereiden of het voeren van het gesprek met de zorgvrager, raadpleeg dan de aandachtsfunctionaris kindermishandeling / huiselijk geweld
van je organisatie, een deskundige collega, een leidinggevende of Veilig Thuis.

Slide 21 - Diapositive

Het uitgangspunt is dat ouders altijd geïnformeerd worden
Waar
Niet waar

Slide 22 - Sondage

Stap 4: Weging van de informatie die is verzameld en bij twijfel altijd (opnieuw) raadplegen van Veilig Thuis
Weeg op basis van de signalen, van het ingewonnen advies en van het gesprek met de (minderjarige) zorgvrager (en zijn ouders) het risico op huiselijk geweld of kindermishandeling.
Weeg eveneens de aard en de ernst van het huiselijk geweld of de kindermishandeling.
Heb je op basis van de verzamelde informatie een vermoeden van (dreiging van) huiselijk geweld of kindermishandeling?
   Nee: sluit de meldcode af en leg dat vast is het dossier
   Ja: beantwoord de volgende vraag:
Schat ik in dat er sprake is van een vermoeden van acute of structurele onveiligheid?
   Nee: ga verder naar stap 5
   Ja: Meld bij Veilig Thuis.
Raadpleeg in alle gevallen waarin je twijfelt over je vervolgstap (opnieuw) Veilig Thuis.

Slide 23 - Diapositive

Stap 5: Beslissen
1. Is melden noodzakelijk?
2. Is hulp bieden of organiseren (ook) mogelijk?
Melden is noodzakelijk
Er is sprake van een vermoeden van acute of structurele onveiligheid.
meld je vermoeden bij Veilig Thuis;
beschrijf zoveel mogelijk feiten en gebeurtenissen die je hebt vastgesteld;
geef duidelijk aan als de informatie bij je melding (ook) van anderen afkomstig is;
én overleg met Veilig Thuis wat je na de melding, binnen de grenzen van je gebruikelijke werkzaamheden, zelf kan doen om de zorgvrager en/of zijn gezinsleden tegen het risico op kindermishandeling of huiselijk geweld te beschermen.
Hulp bieden of organiseren is (ook) mogelijk
Beslis zelf of in samenspraak met Veilig Thuis of passende en toereikende hulp bieden of organiseren (ook) tot je mogelijkheden behoort.

Slide 24 - Diapositive

Einde

Slide 25 - Diapositive