Les 1: Elevator pitch

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Weet je wat een elevator pitch is?
Ja
Nee
Ik herken de naam

Slide 2 - Sondage

Wat weet je van elevator pitches?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

Hoelang duurt jouw elevator pitch?

"Elevator" pitch -> Hoelang je in een lift staat.

--> 

Slide 5 - Diapositive

Wat is het eerste dat je doet in je pitch?
A
Kom met een persoonlijk verhaal
B
Benoem een probleem
C
Stel jezelf voor
D
Stel een vraag in de jij-vorm

Slide 6 - Quiz

Wat maakt de pitch een pitch?
A
De pitch is kort en to the point
B
De pitch is lang en simpel
C
De pitch is kort en ingewikkeld
D
De pitch is lang en ingewikkeld

Slide 7 - Quiz

Sharktank examples

Slide 8 - Diapositive

Wat moet je NIET doen tijdens je pitch?
A
Je luisteraars aankijken
B
Je luisteraars bedanken
C
Voorlezen van je blaadje
D
Je verhaal kort en krachtig houden

Slide 9 - Quiz

Bij het maken, oefenen en presenteren van je elevatorpitch leer je jezelf in een zeer korte tijd krachtig en overtuigend te presenteren. Je wordt je bewust van jouw manier van spreken en presenteren. Je leert naar jezelf en anderen te kijken en te luisteren. 

Belangrijke punten zijn:
● Houding
● Stem
● Ogen
● Handen
● Humor (eventueel)

Slide 10 - Diapositive

Zo maak je een goede pitch:
● Bepaal de structuur van je elevatorpitch.
● Gebruik signaalwoorden
● Maak je elevatorpitch persoonlijk. Gebruik gerust het woord ik.
● Gebruik gewone alledaagse taal. Laat vaktermen of moeilijke taal weg.
● Kies een stijl die bij je past, dus wees jezelf. Niet te gemaakt, niet te ingestudeerd of te opgelezen.
● Prikkel je publiek. Denk daarbij aan het maken van een grapje (niet te gemaakt) of je stemgebruik. Ook voorbeelden van jezelf kan je verhaal sterker maken.
● Sluit je pitch af.

Slide 11 - Diapositive

Your pitch is about your classmate, so you are going to interview someone. 

What should be in your pitch?
- Who is this person?
- Where are they from?
- Why are they a good classmate?
- Why do you think so?
- What are their interests?
- End in a proper way

Je krijgt nu 20 minuten om te schrijven en voor te bereiden!

Je gaat dus 1 minuut, in het Engels, over je klasgenoot praten aan de hand van de vragen die je net aan diegene hebt gesteld.

timer
20:00

Slide 12 - Diapositive

Practicing your pitch

Je gaat je pitch presenteren aan je klasgenoot. Je gaat elkaar timen en feedback geven.

Een aantal mensen gaat het straks voor de klas presenteren!

Slide 13 - Diapositive

11 oktober inleveren translate song !

Slide 14 - Diapositive