4V.econ2

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 1

Programma

Lesdoelen: - Je bent in staat om verbanden tussen indexcijfers,                              koopkracht en inflatie te leggen.

                         - Je kan grafieken gebruiken bij het oplossen van                                   een vraagstuk

Uitleg

Huiswerk

Programma

- Herhalen absolluut voordeel: behandelen opgave 1.28

- Herhaling hoofdstuk 1: behandelen opgaven 1.26 en 1.29

- Gelegenheid tot het stellen van vragen.

- Afsluiting

Absoluut voordeel landen

Situatie 1: Autarkie 

	Arurië	Bostonië
Graan	5	5
Vlees	12	15

Kijk naar de tabel op blz 35: hoeveel vlees gaat Autarië produceren bij specialisatie?

Kijk naar de tabel op blz 35. Hoeveel vlees gaat Autarië produceren bij specialisatie?

0

6

12

20

Hoeveel vlees gaat Bostonië produceren bij specialisatie?

1. 28
2. 15
3. 12
4. 0

De ontwikkeling van welk inkomen wordt afgebeeld op blz 34 van jullie boek?

1. Nominale inkomen
2. Reëel inkomen

Neemt de koopkracht in de periode 2014 - 2015 toe of af?

1. Toe
2. Af

De koopkracht neemt toe. Maar de toename in 2015 is minder hoog dan in 2014.

In 2008 brak de kredietcrisis uit.
Maak een schatting van de koopkrachtontwikkeling gedurende de periode 2008 - 2014. Maak gebruik van de grafiek op blz 34

Koopkrachtontwikkeling 

Periode 2008 - 2014

Stap 1: basisjaar = 2008

stap 2: aflezen percentages (ongeveer) uit de grafiek

2009	2010	2011	2012	2014	2015
1,9	-0,4	-0,6	-1,1	-1,2	1,5

stap 3

Berekenen van Ric:

100 x 1,019 x 0,996 x 0,994 x 0,989 x 0,988 x 1,015 = 100,1

Stap 4: Koopkrachtontwikkeling (in procenten):

Ric - 100 = 100,1 - 100 = 0,1%

Ric = 100,1 en de inflatie in 2014 is 1%, wat is dan de verandering van het nominale inkomen in 2014 in percentage?

1. 1,5%
2. 1%
3. 2,5%
4. 0%

Verandering 2014 t.o.v. 2013

Basisjaar 2013

Formule Ric = NIC x 100

                   CPI 

101,5 = NIC x 100

    101

=> NIC = 101,5 x 101 = 102,5

      100

Antwoord in percentage: Toename nominale inkomen is 2,5%

Mark merkt op dat de welvaart gedurende de jaren 2010 - 2013 afnam, om in 2014 weer toe te nemen.
Heeft Mark gelijk?

1. Ja.
2. Nee.

De welvaart wordt door meer factoren bepaald dan het inkomen. Bv door behoeften en door neveneffecten van de productie (externe effecten). Bovendien is welvaart een subjectief begrip.