Het formuleren van een kwalitatieve onderzoeksvraag en deelvragen

Het formuleren van een kwalitatieve onderzoeksvraag en deelvragen

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je een kwalitatieve onderzoeksvraag en ten minste drie deelvragen formuleren.

Introduceer de leerdoelen van de les aan de studenten.

Wat weet jij al over het formuleren van een onderzoeksvraag?

Wat is een onderzoeksvraag?

Een onderzoeksvraag is een vraag die de richting van jouw onderzoek bepaalt.

Leg aan de studenten uit wat een onderzoeksvraag is en waarom het belangrijk is.

Wat is een kwalitatieve onderzoeksvraag?

Een kwalitatieve onderzoeksvraag is een open vraag die gericht is op het verkrijgen van inzicht in de ervaringen of belevingen van mensen.

Leg uit wat een kwalitatieve onderzoeksvraag is. Bespreek de verschillen tussen kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksvragen.

Hoe formuleer je een kwalitatieve onderzoeksvraag?

Een kwalitatieve onderzoeksvraag begint vaak met woorden als 'hoe', 'waarom', 'wat' en 'op welke manier'.

Laat enkele voorbeelden zien en bespreek deze met de studenten. Laat hen vervolgens zelf een vraag formuleren.

Wat zijn deelvragen?

Deelvragen zijn vragen die helpen om de hoofdvraag te beantwoorden.

Beschrijf wat deelvragen zijn en waarom ze belangrijk zijn. Bespreek voorbeelden met de studenten.

Hoe formuleer je deelvragen?

Deelvragen beginnen vaak ook met woorden als 'hoe', 'waarom', 'wat' en 'op welke manier'.

Laat enkele voorbeelden zien en bespreek deze met de studenten. Laat hen vervolgens zelf deelvragen formuleren.

Checklist

Gebruik deze checklist om te controleren of je onderzoeksvraag en deelvragen aan de eisen voldoen:
- Is de vraag relevant voor het onderwerp?
- Is de vraag duidelijk en begrijpelijk geformuleerd?
- Is de vraag niet te breed of te smal?

Laat de checklist zien en bespreek deze met de studenten.

Oefening

Geef de studenten een case-study en laat hen een kwalitatieve onderzoeksvraag en drie deelvragen formuleren.

Geef de studenten voldoende tijd om de case-study te lezen en te bespreken. Loop rond om vragen te beantwoorden.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.