5.3-2

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo b, k, g, vwo
• Leerjaar 3

Wat gaan we vandaag doen?

Wat gaan we leren?	5 min
Voorkennis ophalen	15 min
Samen lezen paragraaf 5.3 deel 2	15 min
Werkvorm
Maken opdracht 67 t/m 73 + 75	15 min
Practicum	15 min
Lesafsluiten	5 min

Planning tot aan toets

Dag:	Datum:	Onderwerp:
Vrijdag	24 maart	Paragraaf 5.2
Dinsdag	28 maart	Paragraaf 5.3 deel 1
Vrijdag	31 maart	Paragraaf 5.3 deel 2
Dinsdag	4 april	Paragraaf 5.4
Vrijdag	7 april	VERVALT Goede Vrijdag
Dinsdag	11 april	Weerstanden
Vrijdag	14 april	Herhalingsles
Dinsdag	18 april	TOETS H5 Par 1 t/m 4

Lesdoelen:

Aan het eind van de les kun je:

• beschrijven wat Capaciteit is
• Rekenen met capaciteit

Waar denk je aan bij het woord Capaciteit?

Capaciteit van een auto

Capaciteit van een batterij

Capaciteit

Je kunt met een smartphone 11 uur onafgebroken internetten. De telefoon werkt op een stroomsterkte van 272 mA. Bereken de capaciteit van de telefoon.

De accu van je telefoon is helemaal leeg. De accu heeft een capaciteit van 4100 mAh. De oplader heeft een laadstroom van 2A. Hoelang duurt het voordat de accu opgeladen is?
Geef je antwoord in uren en minuten

Aan de slag

• Wat? Maak paragraaf 5.3 opdracht 67 t/m 73 + 75
• Hulp? Lees 5.3 nog een keer door + Gebruik Binas
• Tijd? 15 minuten
• Resultaat? Klassikaal bespreken of huiswerk

• Klaar? Maak de rest van 5.3 af
• Ook daarmee klaar? Haal een nakijkblad bij de docent

Vraag 67:
a. De tijd dat een batterij energie levert heet capaciteit
b. De capaciteit bereken je met de formule C = I x t
c. De eenheid van capaciteit is Ah of mAh
d. Hoe kleiner de capaciteit, hoe langer een accu werkt.

Vraag 71
Een batterij in een zaklantaarn heeft een capaciteit van 3000 mAh. De batterij wordt 15,0 uur gebruikt. Hoe groot is de stroomsterkte door de zaklantaarn.

Bouw de volgende schakelingen:

Lesdoelen:

Aan het eind van de les kun je:

• beschrijven wat Capaciteit is
• Rekenen met capaciteit

Beschrijf wat capaciteit is:

Wat is de formule voor Capaciteit en waar staan de symbolen voor? (benoem grootheden en eenheden)

Hoe goed kan jij nu rekenen met capaciteit?

😒🙁😐🙂😃