Havo4 par 4.2 Vorming geslachtscellen en meiose. Heb je het begrepen?
4.2 Vorming geslachtscellen en meiose.
Heb je het begrepen?
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 25 min
Éléments de cette leçon
4.2 Vorming geslachtscellen en meiose.
Heb je het begrepen?
Slide 1 - Diapositive
4.2 leerdoelen
Ik kan het verschil tussen mitose (kerndeling) en meiose (reductiedeling) benoemen.
Ik kan (met behulp van binas 76B2 en 76B3) de stappen van de meiose I en II herkennen en uitleggen.
Ik kan (met behulp van binas 86A2, 86B2, 86D) uitleggen wanneer er sprake is van mitose en meiose in de ontwikkeling tot eicel en zaadcel.
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een-eiige en twee-eiige tweeling en hoe ze ontstaan.
Slide 2 - Diapositive
(vraag 3 uit boek) Binas 76B2; Wat is juist? Tijdens meiose I worden de chromosomen verdeeld/gedeeld? Tijdens meiose II worden de chromosomen verdeeld/gedeeld?
A
Meiose I: gedeeld
Meiose II: verdeeld
B
Meiose I: verdeeld
Meiose II: gedeeld
C
Meiose I: gedeeld
Meiose II: gedeeld
D
Meiose I: verdeeld
Meiose II: verdeeld
Slide 3 - Quiz
Vraag 5 uit je boek. Wanneer bestaat een chromosoom uit slechts 1 chromatide? (begin of eind meiose 1 of II?)
Slide 4 - Question ouverte
Wat is het resultaat van een volledige meiose deling (dus meiose 1 en 2) van een cel?
A
2 diploïde geslachtscellen
B
2 haploïde geslachtscellen
C
4 diploïde geslachtscellen
D
4 haploïde geslachtscellen
Slide 5 - Quiz
MITOSE
MEIOSE I
MEIOSE II
2n --> 2n + 2n
2n --> n + n
n --> n + n
Slide 6 - Question de remorquage
Noteer bij A, B en C of er hier sprake is van mitose, meiose I of meiose II. Gebruik Binas 76
Slide 7 - Question ouverte
Vraag 12 uit je boek. Een spiercel van een hengst bevat 66 chromosomen. a) Hoeveel chromosomen bevat een zaadcel van de hengst? b) Hoeveel geslachtschromosomen bevat de zaadcel?
Slide 8 - Question ouverte
De bouw van een celkern is bij alle zoogdieren in principe gelijk. Van een bruine rat bevatten bepaalde cellen per kern in totaal 21 verschillende chromosomen. Zijn deze cellen geslachtscellen of lichaamscellen? Of is dat niet te zeggen? Leg je antwoord uit.
Slide 9 - Question ouverte
Noteer in je planner hoe goed je de volgende leerdoelen van 4.2 beheerst (bijv +, +-, -) EN schrijf op wat je daar aan gaat doen.
Ik kan het verschil tussen mitose (kerndeling) en meiose (reductiedeling) benoemen.
Ik kan (met behulp van binas 76B2 en 76B3) de stappen van de meiose I en II herkennen en uitleggen.
Slide 10 - Diapositive
Ik beheers de leerdoelen over de meiose van 4.2
😒🙁😐🙂😃
Slide 11 - Sondage
Doorsnede van een deel van een zaadbuisje
Binas 86A2
Spermacel
Voorlopercel
Cel =n
Interstitiële cel
Slide 12 - Question de remorquage
Vraag 7 uit het boek: Hoe heten in Binas 86D de eerste voorlopercellen van zaadcellen? En van eicellen?
Slide 13 - Question ouverte
Zijn de 3 gevormde poollichaampjes die uit een voorlopercel van een eicel gevormd kunnen worden haploid of diploid? Leg je antwoord uit.
Slide 14 - Question ouverte
Hebben het poollichaampje en de eicel na Meiose II dezelfde of verschillende erfelijke informatie.
A
Verschillend
B
Gelijk
C
Kan beide
Slide 15 - Quiz
In de afbeelding is het ontstaan van twee tweelingen schematisch weergegeven. De kinderen 2 en 3 zijn jongens. Welke tweeling lijkt het meest op elkaar, tweeling A of tweeling B?
A
Tweeling A
B
Tweeling B
Slide 16 - Quiz
Vraag 9 uit het boek. Een moeder bevalt van een tweeling: Peter en Cathy. Hoe zijn ze ontstaan? Noteer het juiste meerkeuze antwoord (letter) uit het boek.
Slide 17 - Question ouverte
Vraag 11 uit je boek: Sommige mensen hebben 3 geslachtschromosomen, bijvoorbeeld XYY. Kun je zeggen bij wie en waar de fout is opgetreden? Noteer het juiste meerkeuze antwoord (letter) uit het boek.
Slide 18 - Question ouverte
Noteer in je planner hoe goed je de volgende leerdoelen van 4.2 beheerst (bijv +, +-, -) EN schrijf op wat je daar aan gaat doen.
Ik kan (met behulp van binas 86A2, 86B2, 86D) uitleggen wanneer er sprake is van mitose en meiose in de ontwikkeling tot eicel en zaadcel.
Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een-eiige en twee-eiige tweeling en hoe ze ontstaan.
Slide 19 - Diapositive
Ik beheers de leerdoelen over de meiose van 4.2
😒🙁😐🙂😃
Slide 20 - Sondage
Wat als je het nou niet snapt?
Heb je net aangegeven dat je de stof nog niet zo goed beheerst of heb je nog vragen? Kijk dan naar het uitlegfilmpje van de volgende slide
( link naar dit filmpje staat ook in de studiewijzer van periode 2).
In de slide erna kun je mij nog vragen stellen.
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Welke vragen heb je ? Welke onderwerpen of vragen (mag ook uit het boek) van 4.2 vind je lastig/moeilijk?