LES 5 Loopbaan en burgerschap Kritische denkvaardigheden

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

LES 5 Loopbaan en burgerschap 

Kritische denkvaardigheden

LES 5 Loopbaan en burgerschap Kritische denkvaardigheden

Programma

Terugblik vorige les

Aan de slag met stellingen

Kaartjes

Lesdoelen

Na deze les kan je:

• je mening beargumenteren
• kritische vragen stellen
• naar elkaar luisteren
• in groepjes samenwerken

Denk na over de volgende vragen

1. Kan je makkelijk je mening uiten?
2. Kan je je mening altijd makkelijk beargumenteren?
3. Kan je, als het nodig is, met anderen in discussie gaan? 

Kritisch denken

Informatie beoordelen

Een ander perspectief nemen

Reflecteren op eigen denken

HANDREIKING TER INVULLING VAN LES

https://www.expertisepuntburgerschap.nl/wp-content/uploads/2022/11/handreiking_kd-lr.pdf 

Opdracht 

1. Ieder groepje krijgt een stelling.
2. Jullie gaan a.d.h.v. deze stelling een woordweb maken met woorden en/of tekeningen om de stelling te onderbouwen.
3. Stel hiervoor vragen zoals: -Hoezo? –Waarom? – Wat is daarmee?

 

Stellingen:

1. Het is wel mogelijk om een ideale wereld op te bouwen.

2. Geld maakt je niet gelukkig.

3. Je mag in het openbaar alles zeggen wat je wilt.

4. Iedereen mag zijn eigen keuzes maken.

5. De mens is pas vrij als hij mag doen wat hij wilt.

6. In een democratisch land moeten de wetten door de het volk worden opgesteld.

Bespreken van de opdracht

Opdracht

* De klas wordt in 2 teams verdeeld (8 pers. per team)

* De overige mensen zijn jury

* 2 assistenten die om de beurt een vraag voorlezen.

* De assistenten mogen bepalen of een team argumenten voor of tegen de stelling moeten bedenken. Het andere team doet dan het tegenovergestelde.

* De jury geeft punten aan de beste argumenten.

LET OP: DOCENT MOET ZELF NOG KAARTJES MAKEN. ZIE HIERONDER. 

De assistent pakt een willekeurige vraag

Beide teams denken een minuut na over argumenten en wijzen een spreker aan

Beide teams mogen met hun argumenten komen

De jury geeft feedback op de argumenten en let daarbij op de sterkte van een argument: is het argument helder, overtuigend?

Jury geeft geen mening over de inhoud van de argumenten.

Vervolgens mogen beide teams nog een keer nadenken over argumenten en opnieuw een spreker aanwijzen.

De jury geeft punten aan het best gehoorde argument.

De vragen op de kaartjes:

1. Is vrijheid belangrijker dan eten?

2. Ben je vrij als je ouders alles goed vinden?

3. Is stemmen tijdens verkiezingen belangrijk?

4. Zijn wetten altijd goed voor de mens?

5. Zijn wij vrij om onze mening te uiten?

Tot slot

Beantwoord de volgende vragen:

• Wat heb je geleerd ?
  
• Wanneer hoorde je iets nieuws en wat was het nieuwe daarvan?
  
• Kon je de argumenten van de anderen respecteren?
  
• Wat vond je leuk en minder leuk in de groepsopdracht?
  
• Vind je belangrijk om eigen mening te beargumenteren ? Waarom?
  
• Wat vind je van kritisch denken?
  
• Waar kan je kritisch denken in de dagelijkse leven gebruiken?
  

Volgende week

Kwaliteiten en valkuilen