Samenvatting + Oefentoets SE 1 - kdr m3

Oefentoets M3
Ter voorbereiding op jullie SE in de toetsweek.
- herhalen leerdoelen + vakbegrippen
- oefenvragen vakbegrippen
- oefenen met examenvragen

Het bestaat uit reproductie vragen en toepassingsvragen. Op deze manier zal het SE er ook uit zien.
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
DramaMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets M3
Ter voorbereiding op jullie SE in de toetsweek.
- herhalen leerdoelen + vakbegrippen
- oefenvragen vakbegrippen
- oefenen met examenvragen

Het bestaat uit reproductie vragen en toepassingsvragen. Op deze manier zal het SE er ook uit zien.

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen SE1
LEERDOELEN

- je kunt de begrippenlijst toepassen op een nieuw voorbeeld
- je kunt in een voorbeeld spelgegevens herkennen, benoemen en toepassen
- je kunt in een voorbeeld vormgevingsmiddelen herkennen, benoemen en toepassen
- je kunt een analyse maken van non-verbale en verbale uitingsmogelijkheden + gebruik van spelgegevens 



Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Vakbegrippen algemeen
INHOUD ALGEMEEN

- je weet wat de spelgegevens zijn
- je kent de onderdelen van verbale en non verbale expressie
- je weet wat theatrale middelen zijn: spelgegevens, mise-en-scene en theatervormgevingsmiddelen
- je weet wat de functies van drama zijn: amuseren, informeren/leren, overtuigen
- je weet wat de spanningsopbouw is: expositie, motorisch moment, ontwikkeling, climax en afloop
- je weet de begrippen rondom tekst: bewerken, claus, dialoog, monoloog, personage, regieaanwijzing, toneelschrijver, toneeltekst
- je weet wat de theatervormen zijn
- je weet de verschillende kunstdisciplines zijn
- manieren van verwijzen naar de werkelijkheid
- dramatische technieken 

SCHRIJF VOOR JEZELF OP WELKE JE NOG NIET KENT/BEGRIJPT








Slide 4 - Diapositive

Vakbegrippen SPEL EN REGIE
- non-verbale en verbale expressie - dramatische technieken
- improvisatietechnieken: accepteren, blokkeren, spelaanbod, associeren
- manieren van verwijzen naar de werkelijkheid - mise-en-scene
- rol: hoofdrol, bijrol, dubbelrol, figurant - rolopbouw: rolbiografie, rolinterview
- speelstijl: absurdistisch, fysiek uitvergrote/groteske speelstijl, realistische speelstijl
- speltechnieken: reageren, incasseren, identificeren, schakelen, spiegelen, transformeren
- denktekst en subtekst - karaktereigenschappen
- hoge en lage status
- tableau vivant
- typetje 

SCHRIJF VOOR JEZELF OP WELKE JE NOG NIET KENT/BEGRIJPT








SCHRIJF VOOR JEZELF OP WELKE JE NOG NIET KENT/BEGRIJPT

Slide 5 - Diapositive

Vakbegrippen THEATERVORMGEVING
- decor, geluid, geluidseffecten, grime en hairstyling, kostuum, licht, muziek, rekwisieten (vormgevingsmiddelen)

- licht: blackout, lichtontwerp, speciaaltje, totaaltje, toneelbelichting
- theatergebouw: lijsttoneel, vlakke vloer theater, openluchttheater 

SCHRIJF VOOR JEZELF OP WELKE JE NOG NIET KENT/BEGRIJPT

Slide 6 - Diapositive

Leg uit wat dramatiseren is.
A
Een tragedie van een stuk maken
B
Vorm van toneelspelen waarbij spelers onvoorbereid zijn
C
Theatraal vormgeven van een verhaal of idee
D
Een toneelstuk maken vanuit een bestaande toneeltekst

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de verschillende manieren om tot een theatervoorstelling te komen?
A
Dramatiseren, ensceneren en improviseren
B
Dramatiseren, improviseren en theatraliseren
C
Ensceneren en dramatiseren
D
Toneeltekst, impro en solo

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Question de remorquage

Wat zijn de theatrale middelen?

Slide 10 - Question ouverte

Bekijk het volgende fragment.
Wat is het motorisch moment en waarom?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wat is het motorisch moment in deze scène?

Slide 13 - Question ouverte

Wat zijn nog andere kunstvormen dan drama?

Slide 14 - Question ouverte

Andere kunstdisciplines/vormen
1) beeldende kunst: inclusief grafische vormgeving, architectuur, fotografie 

2. danskunst

3. film

4) muziek

5) literatuur

Slide 15 - Diapositive

Wat zijn voordracht technieken?
A
Technieken om je voorkomen ( spel) aanweziger te laten zijn.
B
Poëzie en spoken word
C
Stemtechnieken om de aandacht vast te houden
D
Voordrachtskunsten proffesionaliseren

Slide 16 - Quiz

Wat is mimiek?
A
Mime technieken
B
Gezichtsuitdrukkingen
C
Lichaamshouding
D
Pantomime ( concreet uitbeelden)

Slide 17 - Quiz

Bij het volgende fragment zien we dat de acteurs zijn getransformeerd naar hun personages. Hoe zien we dat terug in stem, mimiek, fysiek en vormgevingsmiddelen bij Juf Ank?

Slide 18 - Diapositive

1

Slide 19 - Vidéo

00:16
Beschrijf de transformatie van juf Ank

Slide 20 - Question ouverte

Wat zijn spelgegevens?

Slide 21 - Carte mentale

opdracht
Rol
Verhaal / Actie
Ruimte/ Plaats
Tijd
Motief
Waar
Wie
Wat
(Handeling / conflict)
Waarom
Wanneer

Slide 22 - Question de remorquage

Beschrijf de mise-en-scène in deze foto.

Slide 23 - Question ouverte

Wat is een claus?
A
Hoogtepunt in het stuk
B
Het moment dat de souffleur de laatste cue geeft
C
Regieaanwijzing
D
Elk stuk tekst in een stuk, dat door 1 persoon achter elkaar wordt gezegd

Slide 24 - Quiz

Examenvragen CE 2024
Vraag 3 t/m 8

Probeer vraag 1 t/m 4 te maken in de uitwerkbijlage
(via vo oefenomgeving)
https://vo-oefenomgeving.facet.onl/facet-player-openbaar/main/mainIndex.html 
Drama > tijdvak 1 2024

Slide 25 - Diapositive

Zelfstandig voorbereiden toets

Ga nu naar Teams > kies 1 of meer van de volgende:
- oefentoets te maken
- leerdoelen voor jezelf door te nemen
- rijtjes drama leren

Slide 26 - Diapositive

Hoe ga je je voorbereiden op SE1?
Waar kun je al het materiaal vinden?

Slide 27 - Question ouverte

Heb je nog laatste vragen of opmerkingen voor SE1?

Slide 28 - Question ouverte