Herhalen werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Leerdoelencheck!

Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en verleden tijd correct spellen. 

Ik kan het voltooid deelwoord en het onvoltooid deelwoord correct spellen.

Ik kan een werkwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord op de correcte manier spellen.

Ik kan de juiste werkwoordsvorm bij een werkwoord benoemen.

Ik kan de juiste werkwoordstijd bij een werkwoord benoemen.

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Persoonsvorm verleden tijd (sterk) 

Persoonsvorm verleden tijd (zwak) en voltooid deelwoord

´t X Kofschip

Smurfen gebruiken (stam + t) 

Weetwoorden

De wielrenners .... gisteren uit op een bankje.

1. Rusten
2. Ruste
3. Rustte
4. Rustten

.... jij de beste voetballer ooit? (TT)

1. Word
2. Werdt
3. Wordt
4. Werd

Hij .... de beste voetballer ooit (TT)

1. Werd
2. Werdt
3. Wordt
4. Word

Leg de regel van ´t X Kofschip uit

Zij ..... de bestanden op haar computer.

1. Downloadt
2. Downloadde
3. Download
4. Downloade

Leg uit: wanneer gebruik je het ezelsbruggetje ´smurfen´?

De vader van mijn beste vriend ... niets van het verhaal.

1. Geloven
2. Geloofd
3. Gelooft
4. Gelovend

Bedenk een zin waarin je de regels van ´t X kofschip toepast.

Ik heb alle regels van werkwoordspelling onder de knie

Ja, helemaal!

Ja, een beetje

Ik weet misschien de helft

Nee, ik moet nog echt veel oefenen

Nee, ik snap er niets van en moet echt nog veel oefenen.