huiswerk schrijven in Nederland 5

• Nederlands
• ISK

huiswerk schrijven in Nederland 5

oefening 1
Schrijf het woord in je eigen taal:
het brood

Schrijf het woord in je eigen taal:
het fruit

Schrijf het woord in je eigen taal:
gezond

Schrijf het woord in je eigen taal:
de groente

Schrijf het woord in je eigen taal:
houden van

Schrijf het woord in je eigen taal:
het ijsje

Schrijf het woord in je eigen taal:
de kaas

Schrijf het woord in je eigen taal:
de kilo

Ik kan het drinken:

oefening 2.
Ik kan het eten:

oefening 3. Vul in.
Na het ontbijt ga ik naar de.........

Ik kan daar goedkoop eten.....

Mijn man wil graag sperziebonen eten. Ik wil ook een .......aardappelen en fruit kopen.

Daarna drink ik een kopje.........bij mijn ouders.

oefening 4. kies het goede antwoord.
Houd jij van vlees?

oefening 4. kies het goede antwoord.
Wat drink jij 's ochtends?

oefening 5. Maak goede zinnen.
1. vanavond-Wat-jij-eet-?

2. wil-een broodje kaas-Pieter-.

3. rijst-eten-vanavond-met kip en groente-Tanja-wil-.

oefening 6.
1........u mij even helpen?

1. Willen
2. Wilt

2. Stefan.........naar buiten

1. wil
2. wilt

3. Ik.............een broodje kaas.

1. wil
2. wilt

4................jullie naar oma?

1. Willen
2. Wilt

5. ..................u een glas melk?

1. Willen
2. Wilt

oefening 7.
1. Vind jij koffie lekker?

2. Eet je liever vis of vlees?

3. Waar eet jij vanavond?

oefening 8.
Maak een boodschappenlijstje:

oefening 9 en 10 zelfstandig maken.