Leesvaardigheid H1 : Les 1

Vandaag en morgen:
- 10 minuten lezen
- Terugblik vorig jaar: alle theorie leesvaardigheid
- Je kan een onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.
- Je kan kernzinnen herkennen.
- Je kan een korte tekst samenvatten.
Proefwerk: Leesv. + woordenschat H1 tm H3 (2x)  vrijdag 10 november
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Vandaag en morgen:
- 10 minuten lezen
- Terugblik vorig jaar: alle theorie leesvaardigheid
- Je kan een onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.
- Je kan kernzinnen herkennen.
- Je kan een korte tekst samenvatten.
Proefwerk: Leesv. + woordenschat H1 tm H3 (2x)  vrijdag 10 november

Slide 1 - Diapositive

10 minuten lezen

Slide 2 - Diapositive

Leesvaardigheid Brugklas
  • Onderwerp van de tekst; 
                Oriënterend lezen
  • Deelonderwerpen; 
                 Globaal lezen
  • Hoofdgedachte van de tekst;
                  Precies lezen
  • Tekstverbanden en signaalwoorden;
  • Het doel van een tekst;
  • Het doel van afbeeldingen bij een tekst.

Slide 3 - Diapositive

Het onderwerp van een tekst
- Waar gaat de tekst over?

1. Je vindt het onderwerp door oriënterend te lezen:
      titel, illustraties, tussenkopjes, anders gedrukte woorden + eerste alinea lezen.
2. Je beantwoordt vervolgens de vraag: waar gaat de tekst over?

Slide 4 - Diapositive

Deelonderwerpen
Een deelonderwerp is een aspect (deel) van het onderwerp.
voorbeeld:          Onderwerp = de olifant
                          mogelijke deelonderwerpen: leefgebied, uiterlijke kenmerken, eetgewoontes

1. Een deelonderwerp vindt je door globaal lezen:
Je leest de eerste en de laatste zin van alle alinea's.

Slide 5 - Diapositive

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte van een tekst is één volledige zin, die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt. 
1. Lees de tekst precies.
2. Beantwoord de vraag: Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?
3. Je antwoordt in 1 hele zin. 

Slide 6 - Diapositive

Tekstverbanden en signaalwoorden
  • Samenhang tussen zinnen en alinea's.
  • De samenhang herken je aan signaalwoorden.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Het doel van een tekst
Een schrijver heeft een doel met zijn tekst. Er zijn vier tekstdoelen:
  1. Amuseren
  2. Informeren
  3. Overtuigen
  4. Activeren

Slide 9 - Diapositive

Het doel van een illustratie
Een schrijver kan met een illustratie verschillende doelen hebben. Hij wil:
  1. De tekst verfraaien.
  2. De aandacht trekken.
  3. Informatie uit de tekst verduidelijken.
  4. Informatie uit de tekst aanvullen.

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag
Maken: blz. 238 opdr. 1

Kijk op blz. 236, 237 voor de theorie van de brugklas

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Hoofd- en bijzaken en kernzinnen

Hoofdzaken:  De belangrijkste informatie in een tekst.

Bijzaken: Dat wat niet zo belangrijk is.

Kernzin: De hoofdzaak van een alinea: de belangrijkste zin van een alinea.

Slide 13 - Diapositive


A
De eerste zin
B
De tweede zin
C
De laatste zin
D
De een na laatste zin

Slide 14 - Quiz

Een samenvatting maken
Als je weet wat de hoofdzaken van een tekst zijn, kun je een samenvatting van de tekst maken. Dat doe je als volgt:
1. Je onderstreept de kernzinnen. 
2. Bepaal de hoofdgedachte van de tekst.
3. Begin je samenvatting met de titel van de tekst en de auteur.
4. Je samenvatting begint of eindigt met de hoofdgedachte van de tekst. Vervolgens neem je de kernzinnen over en maak je er een samenhangende tekst van. Gebruik signaalwoorden om verbanden aan te geven.

Slide 15 - Diapositive

Oefenen:
M. Nieuw Nederlands online
Lezen - Hoofdstuk 1 - Hoofd- en bijzaken en kernzinnen
tm opdr. 3 (inclusief startopdracht en theorie)

Slide 16 - Diapositive

Vandaag:
- Je kan een onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken.

- Je kan kernzinnen herkennen.

- Je kan een korte tekst samenvatten.

Slide 17 - Diapositive