2A Mittwoch, den 11. September 2019

Mittwoch, den 11. September 2019
  • Willkommen
  • Datum Schriftliche Prüfung (SO)
  • Lernliste
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Personalpronomen und Verben
  • Nachsehen Hausaufgabe 8, 9 und 11
  • Aufgabe 9: Sprechen
  • Aufgabe 10: Sätze schreiben
  • Hausaufgaben
  • LessonUP
  • Zum Schluss
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Mittwoch, den 11. September 2019
  • Willkommen
  • Datum Schriftliche Prüfung (SO)
  • Lernliste
  • Ziele dieser Unterrichtsstunde
  • Personalpronomen und Verben
  • Nachsehen Hausaufgabe 8, 9 und 11
  • Aufgabe 9: Sprechen
  • Aufgabe 10: Sätze schreiben
  • Hausaufgaben
  • LessonUP
  • Zum Schluss

Slide 1 - Diapositive

Lernliste
Seite 66 D(T)  de man t/m Duits

Slide 2 - Diapositive

Personalpronomen und Verben:
(persoonlijke voornaamwoorden en werkwoorden)
timer
1:00

Slide 3 - Diapositive

Ziele:
  • Je kunt de persoonlijke voornaamwoorden in het Duits vertalen
  • Je kunt de werkwoorden haben en sein toepassen

Slide 4 - Diapositive

Nachsehen Hausaufgaben:
Aufgabe  8, 9 und 11   S18-20

Slide 5 - Diapositive

Machen Aufgabe 9: Sprechen
  1. Zelfstandig de juiste vorm van het werkwoord invullen.
  2. Klaar: Leren Lernliste S66
  3.  Bespreken Aufgabe 9
  4. Oefen met je buurman/buurvrouw het rollenspel. Je wisselt ook van rol
  5. Ik wijs daarna leerlingen aan om het rollenspel voor te doen.


timer
1:00

Slide 6 - Diapositive

Aufgabe 10: Sätze schreiben
  1. Uitleg opdracht
  2. Zelfstandig werken
  3. Klaar: Leren Lernliste S66
  4. Bespreken opdracht 10
timer
1:00

Slide 7 - Diapositive

Hausaufgaben
Donnerstag, den 12 September 2019
W Lernliste S66 D

L haben en sein
    persoonlijke vnw

Slide 8 - Diapositive

Zum Schluss:
Lessonup doelen checken

Slide 9 - Diapositive

u heeft
A
sie hat
B
Sie haben

Slide 10 - Quiz

jullie zijn
(vertalen in het Duits)

Slide 11 - Question ouverte

het
(vertalen in het Duits)

Slide 12 - Question ouverte

men
(vertalen in het Duits)

Slide 13 - Question ouverte

hij heeft
A
er hat
B
es hat
C
er hast
D
es hast

Slide 14 - Quiz

Frau Braun können ... mir helfen?
A
du
B
er
C
ihr
D
Sie

Slide 15 - Quiz

Julia und Thomas spielen zusammen,
... spielen Fußball
A
wir
B
ihr
C
sie

Slide 16 - Quiz

Das Mädchen ist traurig.
.... hat keine Freundinnen.
A
er
B
sie
C
es
D
man

Slide 17 - Quiz