Nederlands 27 oktober

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Vandaag

Levi, Bas, Clarinsa, Shania > ATC verpakken

Klassengesprek

• Elke week een werkwoord > in de snelhechter
• Werken in het boek >  Verder met hoofdstuk Luisteren
• Werken aan studiemeter.
• Goed gewerkt? Laatste tien minuten een spel.

Elke week een werkwoord

Vandaag het werkwoord lachen

Wat moet je doen? 

1. Je maakt het rijtje met ik, jij/u, hij/zij, wij, jullie, zij en de juiste vorm van het werkwoord.
2. Je maakt deze zin: Gisteren ........ wij omdat de docent iets doms deed.
3. Je bedenkt zelf een zin met het werkwoord lachen

Klaar? Laat het aan mij zien en stop het daarna in de snelhechter

Steekwoorden

Steekwoorden zijn "geheugensteuntjes" > de belangrijkste woorden van een tekst zodat je deze beter kunt onthouden.

Daar gaan we mee oefenen.

Ik lees een tekst

Je schrijft zelf steekwoorden op.

In het boek

Eerst samen opdracht 4, blz 176 en opdracht 6

Dan zelfstandig opdracht 3

Heb je opdracht 1, 3, 4 en 6 + werkwoorden dansen, lachen en fietsen af? Dan mag je op de laptop.

Even laten controleren door mij!

Studiemeter

Nova, Clarinsa, Tim, Shanïa > woordenschat.  

Mark,  Quinty, >  lezen en luisteren afmaken.

Liam, Sammy, Jamey > Lezen

Marijn > luisteren afmaken + creatieve schrijfopdracht

Levi, Bas, Justi > pitstop daarna creatieve schrijfopdracht.

Wie is het?

Omschrijf je zelf met drie steekwoorden

Bijvoorbeeld > rustig, creatief, chaotisch. 

of > sportief, gezellig, snoepkont.

Schrijf je naam erbij

Vouw je papier dicht.