Must/should/have to herhaling- 3 Basis - Chapter 2 - les 11

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Hello and welcome

- take a seat

- put your books and IPad on the table

This lesson

• herhaling   Grammar J + homework check
• reading
• Vocab

Wednesday

4

November

Goals: aan het einde van de les ken je 3 belangrijke hulpwerkwoorden en kun je een tekst lezen in het Engels over een extreme sport.

BASIS opdracht 26

1 should

2 mustn’t

3 have to

4 should

5 don’t have to

6 shouldn’t

7 have to

8 should

KADER opdracht 26

1 have to

2 shouldn’t/ musn't

3 should

4 should/ must

5 should/ must

6 have to

7 shouldn't/ mustn't

8 have to

BASIS opdracht 25 

1 shouldn't text

2 must tell

3 have to pay attention

4 should visit

5 should see

6 have to help

KADER opdracht 25 

1 have to                7 has to

2 should                8 have to

3 shouldn't           9 don't have to

4 have to                   musn't

5 shouldn't           10 shouldn't

 6 should / must    mustn't              

Should/ Must/ 

Have to

Bron J chapter 2 blz. 27 tb

Hulpwerkwoord	Wanneer gebruiken
Should/ shouldn't	Als jij vindt dat iets (niet) zou moeten. Bijvoorbeeld wanneer je advies geeft of iets afraadt.
Must/ mustn't	Als jij vindt dat iets (niet) moet. Must is krachtiger dan should.
Have to	Om te zeggen dat iets moet van iemand anders.
Don't have to	Bij have in de ontkennende vorm verandert de betekenis van moeten in niet hoeven.

Combineer: in welke situaties heb je welk hulpwerkwoord nodig?

should/shouldn't

must/musn't

don't have to

have to

Jij vindt dat iets (niet) moet

Iets hoeft niet.

Het moet van iemand anders. 

Je vindt dat iets (niet) zou moeten of je wilt advies geven.

I think you .... buy that jeans, it looks lovely.

1. must
2. should

You ... eat that, if you are not hungry.

1. shouldn't
2. don't have to

You ... follow the rules, otherwise you will get a fine.

1. must
2. should

Marco ... have said that, now everyone knows the secret.

1. don't have to
2. shouldn't

You ... to that film, it was horrible.

1. musn't
2. shouldn't

We ... visit our aunt and uncle.

1. don't have to
2. shouldn't

Worktime

Basis :

Maken opdr. 18, 19 + 20 blz. 39 + 40

Kader:

maken opdracht 18 + 19 blz. 40 + 41

Klaar? Oefen de zinnen en woordjes op Quizlet.

Toetsweek

Dinsdag 17 november 12.30 - 13.15 uur

Toets Engels 

Hoofdstuk 2

- Woordjes

- Grammatica

- Stones